Om de twee weken verschijnt op woensdagmiddag een deel uit de verhalenreeks ‘De verhalen van Noor’. Behalve vorige week, toen overleed mijn lieve oom (Moge Allah zijn ziel hebben).
Noor is een jonge meid van 19 jaar. Ze zit in de tweede jaar op de UvA en studeert biologie. Drie maanden geleden heeft Noor – tijdens een bruiloft van een vriendin – Adil ontmoet. Ze raakten in gesprek. Een week later hadden ze een relatie.
_________
Het gesprek tussen Noor en Aliyah gaat verder…
“Ha Noor, labas?”
“Ja goed, alhamdolilah. Hoe gaat het met jou?”
“Ook goed. Ik wil me niet met jouw zaken bemoeien hoor, maar ik wil je laten weten dat je vriend niet te vertrouwen is.”
“Hoe weet je wie mijn vriend is? En wat weet jij van hem?”
“Just saying, weet je. That’s all. Doe ermee wat je wilt.”
De tram richting het centrum kwam. Ze stapten beiden in. Aliyah liep naar de voorste zitjes. Ze had spijt dat ze zich had bemoeid met andermans zaken. Wat wist zij er inderdaad van?
Noor wachtte tot Aliyah uitstapte. Ze pakte haar telefoon en bekeek de foto’s waar ze samen met Adil op stond. We zijn een leuk stel, besloot ze. En als mensen jaloers zijn, is dat hun probleem.
Adil was advocaat bij de Rechtsspecialist. Vorig jaar afgestudeerd. Hij kon meteen blijven na zijn stage. Noor vond het geweldig. Eindelijk een Marokkaanse jongen van haar niveau. Zelf studeerde ze nog. Biologie. Ze droomde ervan als bioloog de wereld te kunnen ontdekken. Haar ouders gaven haar niet veel ruimte om te reizen of te stappen. Ze wist dat ze met Adil alles kon inhalen wat ze bij haar ouders niet kon.
“We gaan naar de film,” zei Adil grijnzend.
Noor had hem eerder een keer gewezen op een film die ze graag wilde zien. Nu ze een half jaar verkering hadden, nam hij haar mee naar de bioscoop.
Het was zaterdagavond. Ze maakte zich op. Lichte make-up. Zacht kleurtje op haar lippen. Zodra haar haar met regen in contact kwam, had ze een Oum Fou Fou bos krullen. Daarom deed ze haar sjaal om haar hoofd.
Eindelijk samen een keer naar de bios. Iets waar ze zich al een tijd op verheugde. Tijd voor elkaar. Knus tegen elkaar hangen. Zijn armen om haar heen, zonder bemoeienis van de roddelaars. Hij zou haar ophalen van station Lelylaan met zijn auto.
“We gaan eerst wat drinken samen,” en hij reed naar een voor Noor vreemde woning. Ze stapten uit de auto en liepen naar de lift. Niet lang daarna liepen ze over de galerij naar huis 3-12. Noor liep verbaasd mee en vroeg hem van wie het huis was. Adil keek haar aan “Dit huis is van een vriend van me, Khalid. Hij is op vakantie. Ik pas hier op het huis.” Hij stapte het huis binnen, pakte haar hand vast en trok haar mee.
Hoe laat begint de film, vroeg ze hem. Ze moest zich geen zorgen maken. De film kwam wel. Hij pakte haar gezicht en kuste haar op haar lippen. Het was niet hun eerste zoen. Maar deze zoen was mooier, voelde fijner, was intenser. Ze gaf zich over aan zijn lippen die zacht kussend over haar hals gleden. Een waas van opwinding vlijde zich over haar neer. Gevuld met verlangen en onzekerheid, dat was ze. Ze duwde hem zachtjes van zich af, terwijl haar ogen smeekten. Ze smeekten om zijn vertrouwen, zijn integriteit. Ze smeekten om zijn stevige armen om haar heen. Om vergiffenis van Allah. Ze smeekten om de verstrengeling, eeuwig bij elkaar.
In zijn ogen dacht ze iets vreemds te zien. Teleurstelling? Ze wilde hem niet teleurstellen. ‘Je bent mijn vrouw’ fluisterde hij in haar oor, bij wijze van geruststelling. In haar hoofd een strijd. Ze werd uit elkaar getrokken door twee uitersten. Tegenstrijdigheden. Ze wilde zó graag. Ze wilde toch ook zó graag wachten. Maar nog liever wilde ze toegeven aan haar, nee, aan hun verlangen. Dit was iets moois tussen hen beide. Allah zou haar vergeven, hoopte ze.
“Allah ziet alles. Denk aan je eer. Geef jezelf niet weg voor er iets op papier staat.” De woorden van haar moeder herhaalden zich als een mantra in haar hoofd.
Ze sloot haar ogen. Ademde diep in. Schraapte alle moed die ze had bij elkaar en vertelde Adil dat ze niet verder wilde. Bovendien moesten ze toch zo vertrekken naar de film.
“Ik wil je. Nu. Hier. Ja, schat?” Hij duwde met zijn heupen tegen haar billen aan zodat ze zijn erectie voelde. Hij kuste haar nek, hield haar buik vast met één hand terwijl hij met zijn andere hand haar borsten opzocht. Hij gleed met zijn hand tussen haar benen en duwde tegen haar kruis aan.
Noor voelde zich verscheurd tussen haar gevoelens. Haar licht en duisternis. Haar kracht en zwakte. Haar geweten en haar duivel. De verscheuring deed pijn. De opwinding beklemde haar, voelde als een zware ketting om haar ziel. Ze wilde wel, niet, wel, niet…
Opnieuw duwde ze Adil van zich af. Nee, ik wil echt niet. Ik wil wachten! Adil keek haar vastberaden aan. Zijn zachte glimlach maakte langzaam plaats voor een woeste blik.
Notitie in je agenda: woensdag 2 maart ‘De verhalen van Noor’ deel 3!