De wekker rammelt me wakker alsof WO III is uitgebroken en ik kruip als een gedoodverfde loopgraafsoldaat uit m’n bed. Compleet met wallen die in Amsterdam niet zouden misstaan, een kapsel dat ik gelaten laat voor wat het is en een enorme drang om me gekleed te kleden (NOT). Ik schiet in mijn spijkerbroek, bloes en vest, probeer – zoals elke ochtend – mezelf compleet weg te camoufleren met een klekje uit een verweerd tubetje en poets mijn tanden. Dat nog wel.
Je hebt van die collega’s. Dan bedoel ik medevrouwmensen. Die in staat zijn om er op élk moment van de dag uit te zien alsof ze ’s morgens uit de douche komen in plaats van uit bed, compleet met subtiele eyeliner, opmonterende huidtint en stralende welriekende glimlach. Die hun welgevormde benen in strakke design-laarzen voor je ogen laten zwaaien, zodat je eraan herinnerd wordt dat je jezelf nog ergens deze maand moet ontbossen. Toch in ieder geval vóór de lente. Geen tijd. Tanden poetsen.
Dat nog wel.
Er komt een punt, een tijdstip, een moment, dat het je even geen reet meer interesseert. Of misschien toch wel een beetje, maar dat beetje ben je dan ook even vergeten. Er zijn punten, momenten, tijdstippen, dat je enkel aan het overleven bent.
Alleen dat.
Dat je kiest voor een deo in je tas in plaats van dagelijks douchen, want *geen tijd*. Het klekje uit de bekende tube wordt een klek en vervangt het zeswekelijkse bezoek aan de schoonheidsspecialiste (uh, dat was toch al niet zo mijn ding). Dat je kiest voor dezelfde trui als gisteren (met een sjaaltje; zie je die vlek toch niet). En met een leesbril van het Kruidvat zit je haar altijd goed.
Op het werk loop je je collegamedevrouwmens tegen het lijf. Fijne lichtbruine suède rok met bijpassende pumps en delicaat witte blouse. Haar glanzende lange haren gerangschikt op nummer en perfect gestifte lippen over haar 2 + 2 + 2 minuten gepoetste tanden. Dju. Ik probeer in mijn sjaaltje te kruipen. Nou ja. Heb je zo hè… Met bijna 47 laat je alles wat makkelijker los. Toch? Mijn tijd komt wel weer, die oorlog win ik wel. Nog even geduld. Dan straal ik weer. Maar nu even niet. Tijdens het tanden poetsen kijk ik in de spiegel.
Dat nog wel.
Zo herkenbaar?
En sleep…. op naar volgende dag in de week…
Enne, pas op dat je speelkabel niet knapt 😉
Ik heb bijna geen vrouwelijke collega’s. En de vrouwen die hier wél rondlopen, zijn gelukkig niet zulke ijdeltuiten.
Sterkte! 😉