Mijn buurvrouw Isabel is een bron van verhalen uit vervlogen tijden. Verhalen waarbij mijn mond vaakopen valt van verbazing. Gisteren spande ze de kroon met een verhaal over wijlen haar man.
Het is ergens midden jaren ’50. Isabel heeft reeds twee kleine zoons en is in verwachting van, wat later blijkt, haar enige dochter. Haar man wordt ziek. Steeds zieker. Doodziek; hij blijkt tyfus te hebben. Terwijl hij op sterven ligt, komt de burenhulp uit het dorp op gang. Alle mensen leven met haar mee en proberen haar te helpen waar ze kunnen.
Dan komt er iemand die vertelt wat dé remedie is bij het genezen van tyfus: “Je moet een dode zwarte kat op de buik van de patiënt leggen…” Dus alle behulpzame buren gingen op zoek naar zwarte katten, die ze één voor één langs kwamen brengen. De hele dag door was het huis vol met bezoek. Iedereen weende mee met de onfortuinlijke Isabel. Haar kleine kinderen werden ondergebracht bij anderen. En ‘s avonds laat, als iedereen weg was, doodde ze een zwarte kat, sneed de buik open, wikkelde het in een laken en legde het dier op de buik van haar zieke, leeglopende man.
De stank was ondraaglijk, maar ze heeft het ritueel drie keer herhaald. Op een dag kwam de dokter weer aan huis. Hij ging naar binnen en voordat hij de doodzieke patiënt zag, zei hij: “het ruikt hier naar een herstellende tyfus patiënt.” En inderdaad. Isabels man genas en overleefde. Het heeft een jaar geduurd voor hij weer kon lopen, maar hij heeft het gered.
Waarop Isabel er uiteindelijk bitter aan toevoegt: ‘Hij heeft uiteindelijk de tyfus overleefd om een aantal jaren later aan kanker te sterven’.
Waarom?!
Onze gastblogster Lies Wajer vertelt over het zware leven en de grote lasten van haar oude en gepijnigde buurvrouw, Isabel. Lies woont in Andalusië (Spanje) en schrijft op haar blog hondaluza.com over haar ervaringen van alledag. ‘Isabel’ is een verhaal in vijf delen. Dit is het derde deel (het eerste en tweede deel kun je hier (1) en hier (2) nalezen). Over een week verschijnt het vierde deel.