Elf jaar. Een mooie leeftijd: nog net niet in de pubertijd, maar al wel volop mens met gedachten, gevoelens en eerste levenswijsheden. Het zou in elk geval een mooie leeftijd kúnnen zijn. Mijn elfjaartijd was allesbehalve mooi.
Picture this. Sluik bloempotkapsel, plakkertjesbeugel, duidelijk mollig (in ieder geval allesbehalve slank) en al helemaal niet sportief. Streberig, gek op lezen, schrijven en wiskunde, op nog méér lezen, computerspelletjes en muziek luisteren, liefst alleen. Een meisjes-nerd.
Altijd als laatste ‘gekozen’ als er weer eens teams voor gymnastiek moesten worden gevormd. De popiejopies kozen eerst elkaar en dan de rest van de klas. Ik was het noodzakelijk kwaad dat uiteindelijk op de koop toe genomen moest worden. Soms had de ene groep pech, soms de andere, afhankelijk van wie mocht beginnen met kiezen. Nauwelijks vriendinnetjes, nog minder uitnodigingen voor verjaardagsfeestjes.
Het kon me allemaal weinig schelen; ik ging mijn eigen gang, zij het soms wat weemoedig. Ik ontwikkelde een fuck you all-kant, al had ik toen nog geen flauw idee van wat fuck you betekende.
Al het genoemde is geen werkelijk probleem als je verder gewoon met rust gelaten wordt. Links gelegen laten worden is niet de fijnste zaak van de wereld maar er valt mee te leven. Helaas zijn kinderen niet zo tolerant; het zijn immers ook maar mensen. Anders zijn dan de doorsnee is inacceptabel. Buiten de norm vallenden moeten verdrongen worden. Hen moet gevoeld laten worden dat ze niet gewenst zijn. Een albino in de dierenwereld is per slot van rekening ook een bedreiging voor de groep en wordt daarom hardvochtig verstoten.
Het resulteerde in niet mee mogen spelen bij het knikkeren want ‘jij kunt toch niet fatsoenlijk bukken’.
Een klap tegen m’n kop, een duw in de rug of een trap tegen mijn achterste als ik te dichtbij kwam. Oprotten, Miss Piggy!
Wéér alleen komen te zitten als de tafelgroepjes in de klas opnieuw gevormd mochten worden.
Mijn tas die van de arm gerukt en in de prikkelbosjes gegooid werd. En ikzelf erachteraan. “Hop! Tas ophalen, buikie!”
De hele weg van school naar huis ‘gejaagd’ worden.
Van het klimrek geduwd worden onder het mom van ‘instortingsgevaar’. “Ophoepelen trut, voor varkens geen plek hier.”
En: “Wat doe je hier eigenlijk? Als je daar nog langer blijft zitten, knijp ik je strot dicht, misbaksel!”
Een kleine greep uit de lieftalligheden. Ik durfde – ondanks inmiddels goed ontwikkelde fuck you-mentaliteit – niet meer naar school. Had huilbuien. Slaapstoornissen. Keek altijd achterom of iemand me volgde. Maar zei bijna nooit iets, liet niets merken. Vooral thuis niet. Zo leerde ik al vroeg om de dingen ‘uit te zitten’. Niks zeggen, alles slikken, het boze negeren. Dan zou het vast ooit vanzelf wel weer over gaan… Ik had wel af en toe een vriendinnetje, meestal een van de andere buitenbeentjes van de klas, nooit een uit de populaire groepjes. Soms wat andere, lievere meiden, die vervolgens zelf met de klas-clique te maken kregen omdat ze met mij speelden.
In groep acht werd het wat beter. Ik beet veel meer van me af, liet (nóg) meer van mijn schouders afglijden en had eindelijk een paar hele goede vriendinnen. Na de brugklas kwam de metamorfose. Aan het eind van het brugklasjaar was ik volledig veranderd. In één jaar van een stille bloempot-met-beugel-nerd naar een punkerig (niet puisterig), op keiharde metal-muziek jumpend, shag rokend, zwart-met-spijker-gekleed, zwaar opgemaakt groepsdier.
Lak aan alles, met groeiend bewustzijn van het feit dat ik er best mocht wezen. Een hoop nieuwe vriendinnen. EN vrienden. Ja, zelfs aanbidders. Voor velen van ‘vroeger’ was ik onherkenbaar geworden. Met mijn pubertijd begon een nieuw leven. Het ware leven. Mijn volledig gecrushte zelfbeeld werd bedolven onder nieuw zelfvertrouwen en een zo dik mogelijke laag plamuur en achter zware gothic oogschaduw en emo eyeliner.
Grote pleisters bedekten uiteindelijk de wond. Maar ze maakten hem niet beter, enkel vochtiger.
Ik heb de pleisters er nooit af durven trekken.
Wie is Leela?
Leela is een vaste schrijfster op HoeVrouwenDenken. De naam Leela Turanga (of eigenlijk: Turanga Leela) is gebaseerd op een personage uit de comic-serie Futurama en een gezicht dat staat voor een krachtige en competente, maar bovenal gevoelige vrouw, een kapitein, piloot en zelfs soms een redder in nood (wat meer info vind je onder haar eerste blog).
Leela zal op HVD in eerste linie vertellen over haar eigen ervaringen uit het verleden (zoals hierboven), maar wil en kan ook een spreekbuis zijn voor anderen.
OPROEP:
Heb jij in het verleden te maken gehad met misbruik, mobbing of seksuele intimidatie? En zou je heel graag je verhaal in het openbaar willen vertellen, maar ben je bang voor herkenning? Stuur ons je verhaal op redactie@hoevrouwendenken.nl en wij zorgen ervoor, dat het geheel discreet én geanonimiseerd via Leela’s spreekbuis-account gepost wordt. Leela zal duidelijk maken, dat het om een ingezonden stuk gaat, maar jij blijft geheel anoniem, beloofd! Leela vertelt het: zeg jij het ook? Het lucht in ieder geval op.
Wonden zijn slechts plaatsen waar het licht
je lichaam binnen kan treden. [Rumi]
Ik kwam op het middelbaar onderwijs in de klas met plaatsgenoten – ofwel van mijn oude school, dus buitenbeentje bleef ik. Pas toen ik daarvan af was en weer op een andere opleiding, veranderde dat. Ik schrok ervan: mensen vonden mij leuk! Ik ben nu drie levens verder en nog steeds verrast het me wel als ik gewoon geaccepteerd en leuk gevonden word. Het is voor mij tijd om de pleisters eraf te trekken en de wond aan de lucht te laten helen.
“groepsdier” dát raakte mij, deed mij pijn. Kijk, als metal nou je smaak is, allé, join the club. Maar als je dat als onder groepsdruk deed (want zo interpreteer ik het, sorry if I am wrong) is dat wel triest.