Gisteren liep ik weer eens langs bij mijn buurvrouw Isabel, die ik al heel lang niet meer gesproken had. Ze was maanden geleden een keer gevallen en had daarmee haar toch al danig versleten heup beschadigd. Daardoor kon ze lange tijd bijna niet lopen en kwam ze dus nooit meer op ons landweggetje voorbij. Ook nu is die wandeling nog steeds teveel voor haar en strompelt ze wat, zwaar leunend op haar kruk, op het terras bij haar voordeur heen en weer, zuchtend en kreunend.
Ze leek gekrompen, maar dat kwam waarschijnlijk omdat ze zo krom liep. Toen ze me zag, gleed er even een glimlach om haar mond, maar dat duurde niet lang. Op mijn vraag hoe het met haar ging, kwamen de woorden er hortend en stotend uit. Een stem gesmoord in snikken, het kostte moeite om haar te verstaan. ‘Ach, het leven is zo vreselijk,’ snikte ze. ‘Zoveel pijn, zoveel verdriet, ik kan er niet meer tegen.’ Oeps. daar gaan we weer…
Isabel is depressief, maar wil niet naar de dokter. Het is hier vrij normaal dat aan oudere mensen een anti-depressiva worden voorgeschreven, deze schijnen zelfs te helpen bij beginnende dementie. Maar zij wil daar niets van weten. Nee, het leven is rot en ze wil verdrietig zijn. Altijd. Zij is van de oude generatie Andalusische vrouwen. Die vrouwen die zichzelf levend begraven op het moment dat ze weduwe worden.
Isabel vertelde dat ze na de dood van haar man vijftien jaar ‘luto heeft gedragen’, wat wil zeggen dat ze altijd compleet in het zwart was gekleed, niet uitging, nooit naar feesten, communies, geboortefeestjes of bruiloften is gegaan, uit ‘respect voor haar overleden man’. Maar ja, na die vijftien jaar ging er altijd wel weer iemand anders dood waardoor de zwarte kleren nooit meer uit zijn gegaan, tot op de dag van vandaag.
Ik heb haar vroeger wel eens geplaagd, geprobeerd uit te dagen om eens iets vrolijkers aan te doen, in de veronderstelling dat daarmee haar gemoed ook meteen wat luchtiger zou worden. Maar dan zei ze altijd nee. Ze kreeg van familieleden bloezen van ‘half-rouw’, zwarte stoffen met wat tintjes wit erdoor geweven. Dan deed ze dat thuis wel eens aan en keek naar zichzelf in de spiegel met afkeer en schuldgevoel.
Natuurlijk komt het gesprek weer op haar 5 jaar geleden overleden zoon. Dat kan ze nooit meer te boven komen. Ik vraag haar of ze geen troost krijgt van het feit dat al haar andere kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen haar regelmatig, velen zelfs elke zondag, komen opzoeken. ‘Dat is wanneer ik mij het verdrietigste voel’, zegt ze, ‘want dan is mijn Juan er niet bij’. Tja, zo wordt het natuurlijk nooit meer wat met haar. Als je niet kunt genieten van wat je wel hebt en alleen maar denkt aan wat je verloren en geleden hebt, dan heb je een zwaar leven.
Ik denk dan met dankbaarheid en warmte aan mijn eigen moeder, die ook al ruim dertig jaar weduwe is, haar liefste dochter jarenlang heeft zien worstelen met vreselijke ziektes en haar zelfs voor haar eigen ogen heeft zien sterven. Maar die dóórgaat met leven en ervan maakt wat ze kan, zo goed mogelijk.
Dit is het vijfde en laatste deel in de serie ‘Isabel, de zwarte weduwe’. Gastblogster Lies Wajer vertelde over het zware leven en de grote lasten van haar oude en gepijnigde buurvrouw, Isabel. Lies woont in Andalusië (Spanje) en schrijft op haar blog hondaluza.com over haar ervaringen van alledag.