Naar aanleiding van de oproep bij één van mijn vorige blogs zijn er inmiddels meerdere verhalen op het redactieadres binnengekomen. Stuk voor stuk mensen die graag hun verhaal in de openbaarheid zouden willen vertellen maar om zeer begrijpelijke redenen wél volledig anoniem wensen te blijven. Voor die wens heb ik alle respect en dat is waarom ik als spreekbuis wil fungeren voor juist deze mensen. Zowel de moed om openlijk te vertellen wat er gebeurd is, als ook de kracht om na het gebeurde tóch weer op te staan en het leven goed te leven, is bewonderenswaardig.
De navolgende tekst is dit keer het verhaal van een man die door zijn vader gekleineerd en getreiterd werd om hem zo tot volledige gehoorzaamheid te dwingen.
Dank aan en een warme omhelzing voor de auteur.
“Iets met zijn vader”
Mijn vader is van 1922. In de jaren dertig werd er in Nederland bittere armoe geleden. Mijn vader werd door mijn opa van school gehaald om samen op het land te werken om het alsmaar groeiende gezin te kunnen blijven voeden. Opa’s wil was wet. Mijn vader werd afgebeuld. Toen kwam de oorlog en in de laatste twee jaar daarvan werkte mijn vader als dwangarbeider op een Duitse boerderij. Begin 1946 beval opa mijn vader op zijn sterfbed, voor het gezin te blijven zorgen, dat inmiddels uit zeventien kinderen bestond. Een paar jaar later liet zijn (stief)moeder hem vrij, voortaan mocht hij z’n eigen gang gaan. Hij trouwde in 1951 en kreeg negen kinderen.
Het was geen gelukkig gezin. Vader was een overlever, hij werkte zes dagen in de week en ging ’s zondags naar de kerk. Zijn belangrijkste wens was dat één van zijn zoons hem onvoorwaardelijk gehoorzaam zou zijn, zoals hij dat naar zíjn vader was geweest. Een zoon die hij voor alles kon gebruiken. Dat bleek teveel gevraagd. Ze waren allemaal weerspannig.
Als jongste zoon was ik een makkelijke en goedlachse peuter. Maar voor mijn vader was ik toen zijn laatste kans om toch nog die gewenste zoon te krijgen.
Nog geen drie jaar oud begon hij op mij in te praten. Voortaan moest ik mijn mond houden, tenzij mij iets gevraagd werd. Hij zou mij gaan drillen. Er mocht niets meer fout gaan. Hij zou mij vertellen hoe te denken, wat te doen en eiste honderd procent gehoorzaamheid. Het mocht niet in mij opkomen iets op eigen houtje te doen. Hij begreep wel dat ik dat niet leuk vond, maar hij was nou eenmaal ook zo grootgebracht.
Ik besloot niet mee te werken.
Mijn vader zag mijn verzet en zei: “je kunt kiezen: ik ben je vriend en dan ga je precies doen wat ik je zeg, of ik ben niet je vriend, maar dan zal je het merken ook!” Hij zou mij net zolang pijn doen tot ik toe zou geven. Al zou het jaren duren, dat maakte hem niet uit. Zo belangrijk was dit voor hem. Ik had toch wel gemerkt wie de sterkste was?
Hij beloofde mij niet te slaan. Later kwam hij daarop terug, zei dat hij daar spijt van had maar dat hij zich aan zijn woord zou houden. En hij wist genoeg andere middelen.
Om een lang verhaal kort te maken: drie en een half jaar lang heeft mijn vader mij, zonder een dag over te slaan, geprobeerd door vernederingen, pesterijen, scheldwoorden, zover te krijgen dat ik met hem instemde. Iets dat ik nooit gedaan heb. Hij deed er alles aan om mijn zelfvertrouwen te ondermijnen en probeerde ook mijn moeder en broers en zussen tegen mij op te zetten. De bedoeling was dat ik alleen nog op hem zou vertrouwen. Tijdens het eten moest iedereen stil zijn en konden ze aanhoren hoe hij mij kleineerde. Hij wreef mij in dat niemand mij steunde. Mijn moeder heeft het ook nooit voor mij opgenomen. Ik belandde twee keer in het ziekenhuis met chronische bronchitis. “Dit is vooral psychisch, hoor”, zei de dokter. Toen ik weer beter was zei mijn vader dat ik nu maar eens toe moest geven, dan was dat ‘piepen’ ook meteen over.
Mijn vader hield ermee op in het begin van de eerste klas.
Inmiddels was ik geheel in mezelf gekeerd geraakt, verstijfd van angst in nabijheid van mensen en zei nooit meer iets zonder dat me iets werd gevraagd. Ik wilde niets meer met wie dan ook te maken hebben. Ik verdrong alles wat gebeurd was.
Misschien heeft u mij wel eens over straat zien lopen, aangewezen door iemand anders. “Kijk, dat is een vreemde. Wat-ie heeft? Iets met zijn vader geloof ik…”
Heb jij in het verleden te maken gehad met misbruik, mobbing of seksuele intimidatie en zou jij ook heel graag je verhaal in het openbaar willen vertellen, maar ben je bang voor herkenning? Stuur ons je verhaal op redactie@hoevrouwendenken.nl en wij zorgen ervoor, dat het geheel discreet én geanonimiseerd via Leela’s spreekbuis-account gepost wordt. Leela zal duidelijk maken, dat het om een ingezonden stuk gaat, maar jij blijft geheel anoniem, beloofd! Je krijgt vooraf altijd een bericht met een voorbeeld van hoe je verhaal op HVD zal verschijnen en informatie over de verschijningsdatum.
Vooral de zin “Hij beloofde mij niet te slaan. Later kwam hij daarop terug, zei dat hij daar spijt van had maar dat hij zich aan zijn woord zou houden. En hij wist genoeg andere middelen.” hakt erin… Hoe is het mogelijk dat ouders hun kinderen zo behandelen… Heel verdrietig dit. Sterkte voor de schrijver, kan ie vast ook nu nog wel gebruiken.