Bij de ingang van mama’s huisje hangt een briefje: ‘Graag aankloppen bij de zijdeur, de vloer van de hal wordt vernieuwd’. Ik klop op het raam en wordt binnengelaten door een deur die normaal nooit opengaat.
Mama zit in een grote stoel bij de keuken. Ze kijkt verdwaasd, alsof ze net wakker is en er verschijnt toch een klein lachje op haar gezicht als ze mij ziet. Mama is niet in een goede bui, daar was ik al een beetje bang voor. In de hal zit namelijk niet alleen de voordeur maar de hal is ook de weg naar het toilet en naar haar slaapkamer. Natuurlijk kan ze nu van een ander toilet gebruik maken maar ze is al heel snel gedesoriënteerd en zo’n kleine verandering maakt het alleen maar erger.
Ik help mama in haar jas en de verzorgster opent de zijdeur weer voor ons. Mama wil niet zo graag. Het is helemaal niet koud maar ze loopt met haar kraag omhoog alsof het min 20 is.
We wandelen een klein stukje maar dan ga ik toch maar met haar naar binnen om thee te drinken. Ik help haar met haar jas maar op het moment dat ik mijn eigen jas uit doe heeft ze haar jas alweer gepakt en probeert ze hem weer aan te trekken.
“Je mag je jas wel daar laten liggen hoor, we gaan hier even wat drinken.”
Ik vraag wat ze wil, maar ze wil niks. Ik bestel thee en gebak en hoop dat ze hierdoor toch wat vrolijker wordt.
“Voel je je niet zo lekker?”
Ze antwoordt, opvallend duidelijk voor haar doen, dat ze niet echt ziek is maar gewoon niet helemaal goed. We eten in stilte ons gebak op en drinken onze thee. Ik kan er niet zo goed mee omgaan als ze zo lethargisch is.
Ze lijkt blij als we weer teruglopen naar het huisje. Eenmaal binnen ga ik nog even naast haar zitten. Ze kijkt ineens alsof ze net is ontwaakt van een flauwte.
“Waar ben ik nu?”
“Je bent in je eigen huis, mama.”
“In Blaricum ben ik ook een tijd niet geweest, daar moet ik naartoe. Kom jij daar nu vandaan?”
“Nee, mama, ik woon in Amsterdam en ons oude huis is nu van iemand anders.”
“Ik moet ook nodig weer een keer naar Amsterdam, maar ik heb geen auto.”
“Ik ga wel een keer met je naar Amsterdam.”
Ik zou willen dat ik haar alles uit kon leggen. Wat moet het verschrikkelijk zijn om opgesloten te zitten in je eigen hoofd. Een nieuwe vloer gooit al je zekerheid overhoop terwijl je zelf niet eens weet waar je op dat moment bent. En je zit nog opgesloten ook. Ik kan er niet zo goed meer tegen en zeg dat ik wegga.
Buiten zie ik een koolmeesje in de boom. Die heb ik hier nog niet eerder gezien en zoek op wat de symbolische betekenis is: De koolmees staat voor waarachtigheid, werkelijkheid, acrobatiek, vrolijk, zonnig en zorgeloos .(Bron: http://tomwesteneng.nl/vogels.html)
Bestaat er misschien, net als bij tarot-kaarten, ook zoiets als de omgekeerde koolmees en dus een omgekeerde betekenis? Of brengt dit vogeltje slechts hoop?
Het koolmeesje wijst op wat er nodig is in de huidige situatie. Sinds ik me dat besef heb ik ineens in plaats van koolmezen eksters in de tuin…
Sterkte. Het is moeilijk maar uit wat je ons laat lezen balanceer je goed.
Wat een prachtig, verdrietig stukje weer ?
Heel erg bedankt voor jullie reacties