Naar aanleiding van de oproep bij één van mijn vorige blogs zijn er inmiddels meerdere verhalen op het redactieadres binnengekomen. Stuk voor stuk mensen die graag hun verhaal in de openbaarheid zouden willen vertellen maar om zeer begrijpelijke redenen wél volledig anoniem wensen te blijven. Voor die wens heb ik alle respect en dat is waarom ik als spreekbuis wil fungeren voor juist deze mensen. Zowel de moed om openlijk te vertellen wat er gebeurd is, als ook de kracht om na het gebeurde tóch weer op te staan en het leven goed te leven, is bewonderenswaardig.
De navolgende tekst is het tweede deel van het onthutsende verhaal van een jonge vrouw die door haar oom tot seks gedwongen werd. In haar wanhoop werkte ze mee, waardoor ze later als de schuldige en de Lolita gezien werd.
Dank aan en een warme omhelzing voor de auteur.
Smerige leugenaar! (Deel 2)
Ik was de verdachte.
Het slachtoffer.
De enige getuige.
Het meewerkend lijdend voorwerp.
Zo eindigde het eerste deel van mijn verhaal over mijn oom, die me als jong volwassene tot seks dwong (zie deel 1).
Die ‘lieve oom’ die zijn nichtje misbruikte. Zijn verhaal was, dat ik verliefd was op hém. Zo vertelde hij het in ieder geval aan mijn tante en mijn oma. Nu durfde mijn oma daar gelukkig pas naar te vragen toen ik een jaar of 30 was. Ik was in de tijd dat het allemaal gebeurde echter vreselijk verliefd op een schoolgenoot en ik moest er ook echt niet aan dénken dat ik verliefd zou zijn op mijn oom. Alleen het idee al. Ik verliefd op mijn verkrachter?!? Ik walgde ervan! Maar tegen mijn oma zei ik enkel: “Dat geloof je toch niet echt??” En niet: “Nee, natuurlijk niet!! Ik ben door hem verkrácht!”
Het verhaal is dus zelfs zo veel jaren later nog onmogelijk om te vertellen. Wel bleek mij achteraf dat je door weg te lopen, bij overige familieleden JUIST het vermoeden kweekt dat je aan je familie wilde ontsnappen mét oom, in plaats van aan de vieze aap zelf.
Maar na die eerste keren stopte het helaas nog lang niet. Ik moest hem brieven sturen. En bij elke gelegenheid zat hij aan mij. Ik wist dan niet waar ik heen moest. Ik kon mijn knieën niet nog verder intrekken. Hij zat met zijn voeten tegen mijn voeten onder de tafel. Walgelijk. Ik deed niets. Hij deed alles. Maar toch zou ik er de schuld van krijgen. Als ik er iets van zei. Dan was ik de grote verleider. De Lolita.
Ik bleef maar niets doen. Ik bleef maar aangeraakt worden. Ik liet het gebeuren. Ik moest er zelfs logeren… Die avond kwam hij bij mij in bed. Ik kon niet weg. Ik gaf niets mee. Ik genoot nergens van en ik zei niets. Alleen dat kreunen dus, want dat gaat echt vanzelf. Ook uit wanhoop. Juist uit pure wanhoop.
Pas jaren later begreep ik dat dát nu precies is, wat een slachtoffercomplex veroorzaakt. Omdat je niet beter weet, er met helemaal niemand over kan praten. Omdat je helemaal opgesloten zit in jezelf met je verhaal, kun je er alleen voor vluchten door jezelf voor te liegen. Ik loog tegen mezelf dat ik het allemaal eigenlijk niet zo erg vond. Ik heb mezelf zelfs voorgelogen dat hij zoiets als ‘mijn vriend’ was. Ik zei ook tegen anderen dat ik ‘een vriend’ had. Ik moest toch zeggen dat ik ontmaagd was. Zonder daarbij uit te leggen door wie.
Zo loog ik dat het allemaal niet zo dramatisch was. Ik vond het om te kotsen. Ik stond te trillen als een rietje. Ik dacht dat iedereen het aan me kon zien. De receptioniste, mijn me tegemoet fietsende klasgenootjes, de buurtkinderen, mijn ouders. Ik werd steeds banger om mensen tegen te komen. En tegelijk voelde ik me – raar genoeg – ook een soort van stoer. Omdat het mij nu ook eindelijk gebeurd was. Omdat ik nu wist wat ‘het’ was. En het was niet zo erg. Althans, het eerste halve uurtje van het gebeuren zelf. Maar hij ging maar door, en na dat halve uurtje begon het pijn te doen. Zo erg dat ik daarna ook niet goed meer kon lopen.
Als ik wist dat het me twintig jaar ellende zou opleveren dan had ik die deur echt niet open gedaan.
Als ik….
Als ik…
En dáár zit de denkfout. Als híj gewoon eens met z’n tengels van zijn nichtje was afgebleven…
Maar die gedachte kwam niet in mij op. Ik was net 18 en dacht dat ik dit aan moest kunnen. Dat heb ik gedacht tot ik 27 was en iemand tegen mij zei “Goh, wat heb jij een slachtoffercomplex, zeg…” Een eye-opener. Pas toen realiseerde ik me dat ik ‘gewoon’ meerdere malen bruut verkracht ben. Ik wilde dit helemaal niet!
Een half jaar na dit alles belde mijn oom me zelfs op om te vragen of ik wilde meespelen in een pornofilm. Ik moest dan maar een kort zwart rokje aantrekken. Ik gooide zonder wat te zeggen de hoorn erop.
Jaren later kwam ik hem ineens tegen. Ik was daar al die tijd doodsbang voor en toen gebeurde het ook nog. Op het station, wachtende op de trein. Ik keek naar het stationsbord. Hij stond er ineens voor. Ik bleef stokstijf stil staan. Hij vroeg nonchalant hoe het ging, alsof er niets gebeurd was. Ik liep als een plank mee naar de trein. Ik sprak zo kortaf mogelijk. We stapten in en een paar minuten later stapte hij het volgende station alweer uit. Weg was ie.
Nu is hij dood.
Daar is hij mooi mee weggekomen.
Heb jij in het verleden te maken gehad met misbruik, mobbing of seksuele intimidatie en zou jij ook heel graag je verhaal in het openbaar willen vertellen, maar ben je bang voor herkenning? Stuur ons je verhaal op redactie@hoevrouwendenken.nl en wij zorgen ervoor, dat het geheel discreet én geanonimiseerd via Leela’s spreekbuis-account gepost wordt. Leela zal duidelijk maken, dat het om een ingezonden stuk gaat, maar jij blijft geheel anoniem, beloofd! Je krijgt vooraf altijd een bericht met een voorbeeld van hoe je verhaal op HVD zal verschijnen en informatie over de verschijningsdatum.