Ik woon al zo’n twintig jaar in Duitstalig gebied en sta ik inmiddels – helaas – bekend om mijn germanismen. Ik dénk weliswaar dat ik redelijk fatsoenlijk Nederlands schrijf, maar steeds weer blijkt er toch een hoop vernederlandst Duits te staan. In het dagelijks leven praat en denk ik in het Duits, maar vaak is het ook een mengelmoes; zelfs in één zin kunnen beide talen voorkomen. Het gebruik van Duits en Nederlands door elkaar kan op die manier nog wel eens voor verwarringen zorgen.
Mijn kinderen zijn lichtelijk tweetalig. Ik noem het ‘lichtelijk’ omdat ze niet echt veel Nederlands spreken maar wél bijna alles verstaan. Ze vinden het wel leuk om sommige dingen in het Nederlands te zeggen (“fuck you” bijvoorbeeld). De conversaties worden met de dag interessanter.
Zo riep ik na een recente aankoop voor mijn nano-aquarium: “Schau mal her, ik heb een nieuwe garnalen gekocht!” waarop dochterlief met een vies gezicht vroeg: “Also… essen wir heute Abend Garnelensuppe?”. Nee lieffie, ik heb ze gekócht, niet gekookt. (kochen = koken, kopen = kaufen)
Bij eventuele vakantieplanningen hebben we steevast last van de geijkte Zee/Meer/See-verwarring. Inmiddels cliché, maar hij blijft voorkomen.
“Schatjes, dit jaar gaan we naar de zee!”
“Neeeeee! Nicht schon wieder?!? Ich will ans Meer!!”
Dus houden we het maar op ‘strand’.
Tegen rondgillende Duitstalige kinderen roepen dat ze nu echt ‘effe rustig’ moeten doen, schiet ook niet op. Tenzij je wilt dat ze stante pede tien keer opdrukken op de vloer doen om te laten zien dat ze echt wel in shape zijn. (Rüstig = fit)
Men keek mij in het begin van mijn Duitse werktijdperk ooit eens redelijk verbouwereerd aan toen ik wanhopig achter de computer zat en uitriep dat ik de shizzle waaraan ik werkte, nooit “ausgevögelt” zou krijgen. (Vögeln = neuken, ’t is niet anders). Ook verzuchtte ik ooit met klotsende oksels tegen mijn collega’s, dat het toch wel een héél erg schwule [spreek uit: zjwoele] dag was, werd dat ook niet geheel juist opgevat (schwul = homoseksueel, zwoel = schwül. Mind the Ü).
Bij het decoreren van een feestzaal gaf ik uitgeput een ballon aan een andere collega-decoratiedame, met de vraag: “kannst Du mal ‘ne Weile blasen?” Ze keek me aan alsof ik zo uit een pornofilm kwam wandelen. (Blazen = pusten. Blasen = pijpen).
Overigens is het bij ons met de bijna dagelijkse Nederlands-Duitse taalverwarringen nog niet gedaan. Hier (waar ik woon) spreekt men namelijk geen ‘hoog-Duits’ maar Oberösterreichisch. Of nog regionaler: Mühlviertlerisch. Ik was destijds al lang blij dat het geen Tirolerisch was, daar versta je helemáál geen hol van.
Zo zat ik ooit bij vrienden op de bank. Nu moet u weten dat iedereen hier standaard bij binnenkomst de schoenen uittrekt en een beetje ‘vriend’ maakt het zich dan ook gelijk gemakkelijk. Schoenen aanhouden is ronduit onbeleefd. Ik zat knus met m’n kousenvoeten opgetrokken onder m’n achterste. Plots zat mijn voet vast tussen in de bankspleet waarbij ik m’n enkel verdraaide en hard “Ahh! Mijn voet!!” uitriep. Met een ruk keek de hele meute mijn kant op. Wist ik veel dat “Fut” (uitgesproken “voet”) – netjes gezegd – vagina (oftewel Fut met een -K-) betekent? Ook leuk als je dan als Oberösterreicher de Nederlandse zin “ik heb echt geen fut meer” leest.
Waarom, oh waarom konden ze destijds in Babylon nou niet een íets minder pretentieuze toren bouwen. Dan was er nooit sprake geweest van al deze verwarringen.
Gelukkig hebben de Duitstaligen zelf ook de grootste moeilijkheden met bijvoorbeeld Engels. Elke keer weer leuk om te horen. ‘Live’ gehoord:
“Oh my dear, your English is under all pig!” (= Dein Englisch ist unter aller Sau! = Je Engels is prut).
“Oh well, me goes a light open” (= Mir geht ein Licht auf = ik heb een idee).
Of:
“I will make myself now me nothing you nothing out of the dust” (= Ich werde mich jetzt mir-nichts-dir-nichts aus dem Staub machen = ik smeer ‘em nu).
And so further und weiter so!
Wazzegie? 😉
Nou, dattuh!! 🙂
Of tegen je Canadeze schoonzus zeggen die je bevreemd aankijkt als je met twee vingers langs je lies staat te prutsen… uhhh yes, sorry my kant iches… om er dan achter te komen dat kant als kut wordt verstaan terwijl ik het kant (lace) van mn slip bedoelde.
Haha, nou, krabben dan ‘daar’! Komt op ’t zelfde neer :-p
Ik heb me tranen gelachen. Geweldig stuk.
Groetjes,
Dorothé
😀 lachen is altijd goed! En lekker.
Thx 😉