“Komt later nog wel?” Dat vroegen de ouders van kleine Floor (6) zich gisteren af. En ze zullen het zich vandaag, morgen en daarna met zekerheid ook weer afvragen.
Ik hoop zo onbeschrijflijk hard dat ze over 20 jaar naast hun prachtige, volwassen dochter staan, naar een regenboog kijken en zeggen: “Weet je nog, lieverd, hoe we ons toen afvroegen of er überhaupt nog wel een later zou zijn? En nu ís het later! Het was er dus toch. En het is er nog steeds.”
Jij en ik, wij staan er niet eens bij stil of later nog wel komt. Tot er iets gebeurt waardoor je je ineens realiseert dat ‘later‘ een beangstigend fragiel begrip is. Iedereen zegt dat je vooral in het ‘nu‘ moet leven, maar zonder de vanzelfsprekendheid van een toekomst sta je ineens heel anders in die tegenwoordige tijd…
Gisteravond ben ik spontaan in janken uitgebarsten achter de computer. Deels uit machteloosheid, grotendeels uit medeleven en medeverdriet. Ik zag plots heel veel regenbogen en regenboogprofielfoto’s in mijn TL op Facebook. Ik wist meteen dat er iets mis was. Dat er iets met Floor aan de hand moest zijn.
Floor. Kleine, lieve, dappere Floor. Een altijd vrolijk meiske dat op haar 4e neuroblastoom, een heel zeldzame en agressieve vorm van kanker kreeg. Na alle mogelijke behandelingen, bestralingen en chemo in Nederland vloog Floor met haar familie in december 2015 naar de VS om daar een speciale, zware therapie te ondergaan. Een behandeling die heel veel hoop gaf op uiteindelijke genezing.
Een aantal weken geleden werd die therapie afgerond. Floor vierde haar zesde verjaardag en samen met haar familie keek ze weer vol goede moed naar de toekomst. Een toekomst van mooie dingen, van terug naar Nederland, van leren, spelen en opgroeien, van minder medische mallemolen. Een toekomst met een gewoon leven, ook al zou het hare (en dat van haar naasten) waarschijnlijk nooit meer helemaal gewoon zijn.
Gisteren kregen Floors ouders de uitslag van de afsluitende scans. Daarop waren duidelijk nieuwe plekken te zien. Uitzaaiingen dus. En daarmee zakte de grond onder de schoenen weg. Boem. Al die opgebouwde hoop op dat ‘gewone leven’ en op een ‘later’ voor onbepaalde tijd weggevaagd.
Nu schrijf ik dit niet om hier het verhaal van Floor te herhalen: je kunt alles lezen op de blog van haar vader Jeroen, die sinds de diagnose (december 2014) op ontroerende en intense wijze vertelt, wat er allemaal gebeurt en al gebeurd is. Ik schrijf dit enkel omdat ik me met mijn eigen machteloosheid en medeleven zó zeer geen raad weet, dat ik er totaal door van mijn stuk ben. Hier valt namelijk niets meer aan te relativeren. Er ís geen erger. Er is geen vergelijk.
Ik kijk naar mijn eigen kinderen en probeer me voor te stellen wat er nu in de ouders van Floor omgaat. De wanhoop. De verslagenheid. En ik huil. Het zal vast typisch vrouw zijn, maar ik kán het simpelweg niet droog houden bij zo veel oneerlijkheid. Ik leef mee. Ik kan niet anders. Ik laat mijn tranen rollen om die nu even weggevaagde hoop.
Ja, slechts nu even. Want die hoop, die móét weer komen. Er móét een later zijn voor Floor.
De regenbogen staan al sinds anderhalf jaar voor die hoop. Voor Floor en haar familie. Voor de kracht om door te vechten tegen de kanker, om vol te houden. Voor nu en voor later. Want dat later, dat moet en gaat er komen. Ik weiger anders dan dat te geloven.
Lieve Floor, Ingrid, Jeroen, Marije, Jasper en Jurre, ik denk aan jullie. En ik hoop. Kei- en keihard. Met alle kleuren van alle regenbogen en alles wat ik in me heb.
Wonderen bestaan. Punt.