“Miauw.” “Miauw…”
“Miauw…” “ Miauw!”
“Miauw?” “Miaaauw”
Met een zucht gooi ik mijn boek op de bank. Oké. NU ben ik het zat.
Kat miauwt. Vogel reageert en doet hem na.
Kat gaat zieliger miauwen. Vogel imiteert hem nog dramatischer.
Dit gaat al heel de middag zo door.
Ik kijk naar de kat, die op zijn beurt weer getergd naar de vogel kijkt. En de vogel? Die houdt nu wijselijk zijn snavel.
“Jij, je kooi in,” wijs ik naar mijn gevederde Groene Draak.
“Jij, naar buiten,” commandeer ik de Kleine Krijger.
Soms zijn het net twee kleine kinderen. Vogel is jaloers op kat, kat is jaloers op vogel.
Tot op heden heeft de kat het lef nog niet gehad om de vogel van repliek te dienen. De vogel daarentegen heeft er totáál geen moeite mee om de kat slinks te benaderen en zijn snavel te testen op zijn tijgervelletje. Ik kan ze daarom ook nooit alleen laten; de kat zou zijn leven niet zeker zijn. De rollen zijn hier duidelijk omgekeerd.
Nu het groene monster weer in zijn kooi zit en m’n tamme tijger lekker buiten aan het spelen is, kan ik mij eindelijk weer concentreren op mijn boek. Ik ben bijna bij ’t einde en dat betekent ook de ontknoping van het één en ander. Spannend. Ik zit nog niet koud twee minuten in mijn stoel of het gedonder begint weer. Kleine Krijger is gespot door een buurkat en ze rennen nu als een malle door de tuin, over de schutting, door de brandpoort en weer terug. Natuurlijk is het feest pas compleet als Draak zich er mee gaat bemoeien. Die roept “JAAAAAA!!” en “JOEHOEEEEEE!!” gevolgd door wat oerwoudkreten in het kwadraat. Waar oh waar is de harmonie op deze zonnige dagen gebleven?
“FOEI!!!” galmt het door de tuin, waardoor de katten alle twee wegstuiven. Voor Draak is de lol er nu snel af en hij scharrelt wat over de bodem van zijn kooi. Totdat er buiten een klein kind met zijn fiets valt en het flink op een krijsen zet. Een mooie gelegenheid voor hem om te laten horen wat hij van de buurkinderen geleerd heeft: hard janken en jammeren. Het kindje is door zijn vader alweer gesust maar ik zit de komende tien minuten mooi met een jankende papegaai opgescheept.
Ik stop twee onzichtbare proppen in mijn oren. Pak mijn boek en lees het hoofdstuk uit. Draak is inmiddels op dreef. Hij brengt nu, ongevraagd, zijn complete repertoire ten gehore. Van de eerste twee letters van het alfabet (A-B-A-B-A-B-A-B) “werken”, “Pino weer schooooooon” tot “slaap lekkerrrr” aan toe. Ik laat hem begaan, schenk er geen aandacht meer aan. Een paar minuten lang brabbelt hij nog wat in zijn eigen taaltje en daarna is het weer stil. Het heeft moeite gekost, maar negeren werkt dus écht. Ook bij dieren.
Kleine Krijger sluipt het huis weer in en laat door een voorzichtige miauw weten dat ie er weer is. Dit wordt opgemerkt door Draak en jawel, daar gaan we weer…
…Miauw…
Miauw, miauw!
Miauw, miauw…
Langer negeren kan ik niet. Ik ren naar de kast met snoepjes en voer. Voorzie Draak van een handje vol nootjes en zaden en geef Kleine Krijger een extra zakje van zijn favoriete voer. Niet geheel pedagogisch verantwoord maar het werkt wel. Want met een volle mond praten of miauwen kunnen ze nog steeds niet.
Heerlijk, die rust!
Onze vaste schrijfster Deborah is onder andere sport- en uitvaartfotografe. Meer blogs van Deborah kun je hier lezen: http://deborahhamar.wordpress.com
Heerlijk gelachen. Dank je.
Zalig Deborah! Grappig om te lezen zoals je het neerpent. Beleven is niet alles. 🙂
Leuk om jullie reacties te lezen!
Graag gedaan!!
Heel herkenbaar. Vooral omdat ik zelf katten heb en een papegaai gehad heb.
Doek over de kooi doet overigens wonderen als je het echt zat bent.
leuk wanneer het herkenbaar is.
Doek over de kooi ben ik op tegen. Negeren is echt de beste optie. Daar komt bij, hij heeft zich binnen no-time door het doek heen geknaagd. Daar kwamen wij 10 jaar terug al heel snel achter haha.