Ik ben geen vriendinnenmens. Ik ben graag alleen. Altijd al geweest. Toen ik kind was, noemde mijn moeder me niet voor niets “juffrouw lees”.
Kwamen er vriendinnetjes aan de deur vragen of ik buiten kwam spelen, dan liet ik mijn moeder of zusje zeggen dat ik geen zin had, omdat ik aan het lezen was. Ik nam niet eens de moeite om dat zelf te gaan vertellen.
Ik heb altijd maar één vriendin tegelijk gehad. Kwam er aan die vriendschap een einde vanwege verhuizing, verandering van school of verkering van de andere partij, dan duurde het heel even, likte ik mijn wonden en kwam er wel weer een nieuwe ster aan het firmament.
Als volwassen mens ben ik niet anders. Mijn vrienden zijn op één hand te tellen en dat vind ik meer dan prima.
Regelmatig heb ik een lunchdate met deze of gene en dat kan ik enorm waarderen. Maar stappen, weekendjes weg, naar de sauna, shoppen, cursussen doen of wat dies meer zij, dat is echt niet aan mij besteed. Geen haar op mijn hoofd die daar überhaupt aan denkt. Als ik vrij ben, wil ik thuis zijn, met mijn gezin.
Ik heb vanwege die aversie tegen dingen ondernemen met groepen vrouwen ook toen/ooit geen zwangerschapsgym gedaan. Omdat ik nul zin had om met zijn allen puffend op de vloer te liggen. Maar erger nog: het idee om na alle bevallingen samen te komen, de maxicosy’s in een kringetje te zetten en elkaars inknip-verhalen te bespreken. Alleen al er aan denken bezorgde me uitslag en kippenvel.
Two is company. Three is a crowd.
Mijn oudste en dierbaarste vriendin ken ik vanaf de havo.
Zij kwam in mijn leven en is nooit meer weggegaan. Ze zit diep in mijn hart, ergens en altijd.
Op jaarbasis zien we elkaar heel weinig. Zij had -met recht- een schijthekel aan mijn ex en kwam nooit meer langs. Ze kreeg een tweeling en had het druk. Haar moeder werd ziek en ze kreeg het nog drukker. Toen overleed haar moeder en was er een periode van terugtrekken.
In de tussentijd had ik zelf ook één en ander te doen. Ik voedde alleen een kind op, slaagde voor twee opleidingen, scheidde, leerde mijn huidige echtgenoot kennen… U weet hoe dat zo gaat.
Kwantiteit is tussen haar en mij nul belangrijk. Als we elkaar zien, sluit alles naadloos aan, alsof we elkaar gisteren voor het laatst zagen. Zij is één van de weinige mensen met wie het omgaan zo makkelijk gaat. Na ruim twintig jaar kennen we elkaar dan ook echt door en door.
Ik probeer het wel eens hoor, nieuwe vriendschappen aangaan. Maar zelden gaat het echt soepel. Sowieso is het synchroniseren van beider agenda’s vaak al een hels karwei. Dan komen nog de verschillende manieren van in het leven staan, de andere levensfases, het feit dat ik nogal principieel ben en met veel dingen niks kan. (Lees: ik ben een zeikerd.)
Van te voren ben ik ook stiekem al niet bereid er heel veel energie in te steken. Dingen moeten vanzelf gaan. Natuurlijk.
Als ik zin heb in gedoe namelijk, dan spreek ik wel weer eens af met mijn ex.