Een aantal jaren geleden kreeg ik een oproep voor het zogenaamde ‘bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker’. Tijdens zo’n onderzoek wordt er een uitstrijkje gemaakt en dat vindt normaal gesproken plaats bij de huisarts. Hoewel het niet de eerste keer zou zijn, zat ik nou niet bepaald te springen om de beste man in mijn gleuf te laten gluren. Dus had ik de brief maar even terzijde gelegd.
Enfin. Twee jaar later moest ik eindelijk weer eens naar de huisarts, dus besloot ik om meteen dat ene uitstrijkje ook maar te laten maken. Ik was er dan toch al, nietwaar? Met gemengde gevoelens en een knoop in mijn maag ging ik naar de afspraak. Ik lig nou eenmaal niet graag met een ontbloot onderlichaam en mijn benen wijd op tafel bij iemand waar ik geen seksuele relatie mee heb, maar het moest. Tijdens het onderzoek werd er een metalen speculum in mijn edele delen aangebracht om de boel maximaal op te rekken, zodat alles daar goed zichtbaar is. Ik kan u oprecht melden: dat voelt uiterst ongemakkelijk! Niet alleen fysiek, maar vooral ook mentaal.
Twee weken later kreeg ik een telefoontje: het uitstrijkje was niet goed. Nou ja, het uitstrijkje zelf was prima, maar de uitkomst niet. De huisarts meldde dat ik naar de gynaecoloog moest. In het ziekenhuis. “Naar wel ziekenhuis wil je?”, vroeg hij. “Euh… Jemig… Doe maar het dichtstbijzijnde,” mompelde ik in lichte shock. Ik kreeg instructies om de oproep van het ziekenhuis af te wachten. Alsof ik iets anders van plan was…
Na de nodige onderzoeken in het ziekenhuis door een (gelukkig vrouwelijke!) gynaecoloog bleek een stukje weefsel op mijn baarmoedermond behoorlijke afwijkingen te vertonen. Dat moest dus operatief verwijderd worden. Niet met een zware operatie, maar ‘gewoon even’ poliklinisch. Plaatselijk verdoven, stukje weghalen, de wond dichtbranden en klaar…
Ik was weliswaar niet ziek, maar er was toch iets niet goed. En nu moest er ‘daar’ een stukje verwijderd worden. Uit voorzorg, omdat het anders misschien wel kanker zou kunnen worden.
Eigenlijk ging het zo eenvoudig als hierboven beschreven. Ik stond na 20 minuten weer buiten met een verdoofde en bloedende doos. De instructies: 4 tot 6 weken wachten met activiteiten, waar veel beweging of water aan te pas komt. Dus geen seks (duh!), niet zwemmen, geen sauna etc.
Voor de gynaecoloog was het hele gebeuren ongetwijfeld gesneden koek. Een zogenaamd lopende-band-klusje. Voor mij voelde het volkomen anders. Ik voelde me incompleet, incapabel en ineens niet meer volledig vrouw. Mijn meest intieme delen waren zojuist voor het leven getekend. En al zal niemand dat ooit zien, ik zal me er de rest van mijn leven bewust van zijn…
Jee Lisette, heftig. Mooi dat je er zo over kan schrijven en kan delen met andere. Zal voor vele een heel herkenbaar gevoel oproepen!
Been there, done that, helaas…
Dokters stellen alles wat ze niet zelf moeten ondergaan als simpel voor.
“Gewoon even” – niet gewoon voor jou en met 4 tot 6 weken nasleep al helemaal niet ‘even’. En dan de mentale impact.. waarom er toch zo makkelijk over gedaan wordt is mij echt een raadsel. Heel herkenbaar.
Ik hoop dat je er goed doorheen gekomen bent.
En dan komt de herhalingsoproep na een x periode en besef je dat de impact nog steeds groter is dan je zou willen…
Ik dacht dat ik na te zijn bevallen wat makkelijker zou denken over dit soort onderzoeken, maar nee. Het is en blijft een drama.
Sterkte met wachten en de onzekerheid.