Wij hebben een vrij klein huis en maar één kamer over. Daar staan – bij gebrek aan ruimte in de keuken – de koel- en vrieskast, een kleine antieke secretaire vol met rommel en administratie, een ladekastje met voorraad en serviesgoed, een schoenenkast, mijn collectie orchideeën en de kattenbak. Kortom: propvol.
De secretaire is te klein om comfortabel aan te kunnen werken en er staat een lullig klein stoeltje voor, waar je binnen no time een houten reet van krijgt. Het nodigt niet bepaald uit om aan te gaan zitten. Ik heb het wel eens geprobeerd hoor, maar het was geen succes.
Want waar wringt de schoen?
Mijn echtgenoot is net als het gros van u man, gek op televisie kijken. Sowieso álle sport. Maakt niet uit. Met of zonder bal, op de fiets of in een F1 auto. Non stop. Tot we naar bed gaan. Hij is tevens behoorlijk dovig na twintig jaar werken in de bouw, zonder oordoppen.
De televisie staat dus per definitie te hard. Op stand bejaardentehuis. Als ik mezelf niet meer kan horen ademen, of als mijn oestrogeenlevel bedroevend laag is en mijn tolerantieniveau mee naar beneden is gekelderd, dan zeg ik er wat van. Dan vraag ik tandenknarsend op mijn allerliefst of ie (PVD!) een tandje zachter mag.
Maar meestal houd ik mijn mond. Ik gun hem heus ook zijn ontspanning na een dag hard werken. Zo’n feeks ben ik nou ook weer niet. Want ik hóór het u denken… Zeikwijf.
Heb ik zin om wat te lezen, dan is er niks aan de hand. Ik vertrek dan gewoon naar boven en installeer me met mijn e-book op bed.
Maar wil ik schrijven, dan is dat lastiger. Maar vooral ook irritanter.
Ik kan dan namelijk geen kant op in ons te krappe huisje. Ik probeer mezelf af te sluiten voor de penetrerende decibellen, maar dat lukt me zelden tot nooit. Ik kocht ooit een koptelefoon. Leek de perfecte oplossing. Tot manlief nog dover werd en de televisie nog harder ging. Ik moest zelf het volume van mijn laptop harder zetten omdat het gehinnik van Van der Gijp dwárs door die koptelefoon ging.
Er zijn in de afgelopen jaren momenten geweest dat ik er serieus over nadacht om de muren van het extra kamertje à la isoleercel te voorzien van matrassen en er een geluidswerende deur in te zetten.
Maar goed: dan nog had ik geen werkplek.
En dus kluste echtgenoot gisteren, onder “lichte” druk van mij, een heuse klaptafel tegen de muur van het extra kamertje.
Rust.
Eindelijk.
Zo simpel kan het zijn. Zó stom dat ik dat niet eerder heb verzonnen.
In ieder geval: ik ben er he-le-maal klaar voor na de zomervakantie. Ik sta weer te popelen om aan het schrijven te gaan. Op naar vele mooie verhalen.
Hier en op mijn eigen blog.
Oh wat heerlijk!! Ik herken dit zo wahaha…
Ben zo blij met mijn eigen stekkie waar ik, zonder gezever van wie dan ook, lekker kan werken.
Veel schrijfplezier op je “nieuwe” plek.
Thanks dear! Gaat lukken 🙂
Wat heerlijk. Even je kunnen afzonderen. Wij hebben gelukkig een groot genoeg huis om je te kunnen terug trekken. Wij hebben een heuse werkkamer (manlief werkt zeer geregeld een dag thuis) en de afspraak is als die deur dicht is mag je niet binnenkomen. Heerlijk om soms daar te gaan zitten en even alleen. Geniet van je fijne plekje en ik kijk uit naar je nieuwe stukjes
OEH! (Gunnend) jaloers op je!