Naar aanleiding van de oproep bij één van mijn vorige blogs zijn er inmiddels al vele verhalen op het redactieadres binnengekomen. Stuk voor stuk mensen die graag hun verhaal in de openbaarheid zouden willen vertellen maar om zeer begrijpelijke redenen volledig anoniem wensen te blijven. Voor die wens heb ik alle respect en dat is waarom ik als spreekbuis wil fungeren voor deze mensen. Zowel de moed om openlijk te vertellen over wat er gebeurd is of over wat zij denken en voelen, als ook de kracht om na het gebeurde tóch weer op te staan en het leven goed te leven, is bewonderenswaardig.
De navolgende tekst is een blog van een jonge vrouw over haar steeds weer opdoemende depressieve gevoelens. Dank aan en een warme omhelzing voor de auteur.
Loslaten. Niet jaloers zijn. Mezelf accepteren.
Flierefluitend de dag doorleven.
Niet plannen, met de flow meegaan.
In het ‘nu’ leven.
Ik kan het niet.
Vooral dat loslaten. Gebeurtenissen en mensen loslaten maakt me niet sterker, het maakt me labiel. Ik doe verwoede pogingen om standvastig te blijven, soms gaat het ook ineens wél een klein beetje, maar dan – ‘ploink’ – is een duwtje met de pink al genoeg om me weer omver te duwen. Die pinkduwtjes komen vaak in de vorm van ongesteldheden, alledaagse stress en ontevredenheid van diep binnenin. En van fysieke pijn, verdriet en gemis. Een impuls is voldoende om mij ineens een universum verder te slingeren, in het heelal van zorgen, melancholiek en neergeslagenheid. De vrolijke wereld zakt onder m’n voeten weg. En daar is-ie weer. Dat zwarte gat.
Ik heb ook te veel lief. Kan dat? Ik barst soms uit elkaar van liefde en verwacht dan dat anderen dat net zo heftig doen. Maar dan blijk ik toch weer mijlenver verwijderd te zijn van die eerste plaats. De plek waar ik zo verdomd graag had willen vertoeven. Forget it. Niet eens nummer twintig op de lijst. Nummer vijftig misschien? Conveniently forgotten. Ik doe ‘t niet voor nummer vijftig. Number one or no one.
Op zulke momenten zou ik het liefst oplossen in het niets. Dan luister ik naar Lana. En naar Leela. Mijn hoofd wil z’n kop niet houden. I will love you l the end of time. Maar dat end of time mag dan nu wel een keer komen. Ik zit aan tafel en het enige wat ik wil, is oplossen. In ‘t niks. In dat zwarte gat. Gewoon helemaal niets meer. Enkel nog een plasje Leela op een stoel. Om nooit meer terug te worden wat ik was. Ik ben het zo zat allemaal. Huilen om niks en alles. Misschien is ‘t de leeftijd, misschien mijn hormonen. Waarschijnlijk allebei.
Ik doe even mijn ogen dicht en kijk naar mijn handen. Allemaal wondjes. Een onhandige beweging met een schaar. Een op een onwillige sinaasappelschil uitschietend fruitmesje. Een sneetje in mijn duim is zelfs een beetje ontstoken. Lekker. Als ik erop druk, doet het pijn. Er komt zelfs een beetje wondvocht uit. De sensatie. Zelfs mijn duim huilt.
Maar ik leef nog. Ik voel pijn. Eigenlijk wist ik dat al. Ik voel alleen nog maar pijn. Een hoop lichamelijke pijn maar vooral pijn in mijn hoofd. In het nog denkende gedeelte ervan. Een lobotomie zou best prettig zijn, als ‘t met dat oplossen niks wordt.
Ach ja. Dat zwarte gat. Ik zuig op mijn etterende duim en begin maar weer met klimmen. Over een paar dagen zit ik vast een stuk hogerop, klim ik er bijna weer uit.
Nu maar hopen dat niemand me ineens weer met de pink terug duwt.
Heb jij in het verleden te maken gehad met misbruik, mobbing of seksuele intimidatie en zou jij ook heel graag je verhaal in het openbaar willen vertellen, maar ben je bang voor herkenning? Stuur ons je verhaal op redactie@hoevrouwendenken.nl en wij zorgen ervoor, dat het geheel discreet én geanonimiseerd via Leela’s spreekbuis-account gepost wordt. Leela zal duidelijk maken, dat het om een ingezonden stuk gaat, maar jij blijft geheel anoniem, beloofd! Je krijgt vooraf altijd een bericht met een voorbeeld van hoe je verhaal op HVD zal verschijnen en informatie over de verschijningsdatum.