Yoga met een gebroken voet gaat… eh… niet erg makkelijk. Yoga zónder gebroken voet is een dagelijks terugkerend ritueel bij mij. Vanaf een uurtje of zes sta ik op mijn yogamatje en laat mijn slapende lijf ontwaken door haar voorzichtig te stretchen. Lang maken, klein maken, van links naar rechts en weer terug.
Staande oefeningen, oefeningen op de grond, oefeningen met kracht.
Ik wissel heel wat poses af, net waar ik op dat moment meer behoefte aan heb.
Eigenlijk zitten er maar twee vaste onderdelen in mijn reeks: de zonnegroet en mijn evenwicht bewaren.
En laat dat laatste nu in deze onhandige dagen verdomd handig zijn!
Want probeer het maar eens: balancerend op je linkervoet, reikend naar links, strekkend naar rechts aan een aanrecht of (gebeurt ook nog al eens) bukkend omdat er iets op de grond gevallen is.
Een kruk kan echt behoorlijk belemmerd zijn op z’n tijd.
Tot het weekend hinkte ik daarom ook nog weleens zo door de kamer, geen kruk aan de arm. Behendig sprong ik van bank naar deur, van deur naar keuken en weer terug. Reuze handig!
Een vriend die op bezoek kwam keek me afkeurend aan toen ik voor een snackje naar de keuken hinkte en vervolgens trots op de bank plofte.
‘Yoga, hè,’ glom ik. ‘Dan is evenwicht gelukkig geen probleem!’
‘Zal best,’ mompelde hij eens. ‘Blijkbaar vind je het niet erg dat je bij iedere hup je breuk weer ontwricht. Zo kan er niets helen natuurlijk.’
Verslagen keek ik hem aan.
‘Hoe bedoel je?’ vroeg ik voorzichtig.
‘Bij iedere hink die jij neemt, breek je de twee stukken bot weer los. Waarom denk je dat je die krukken hebt? Je vangt daarmee de klappen op zodat het nieuwe botweefsel zijn werk kan doen en de hele boel weer aan elkaar gelijmd wordt,’ verklaarde hij.
‘Dus als ik het goed begrijp heb ik die afgelopen dagen ‘rust’ voor niets gedaan?’
De ernstige knik van de vriend liet me de moed verder in de enkele schoen die nog over was gebleven, zakken. Daar had ik eventjes niet over nagedacht.
‘Rust is rust. Ik neem aan dat je je voet tenminste twee weken lang niet mag belasten?’ zei hij. ‘Niet leunen, niet steunen, niet lopen. En daar hoort ‘niet hinkelen’ óók bij!’
‘Maar wat moet ik dan?’ Voor het eerst beklemde de hele situatie me.
Hij haalde zijn schouders op.
‘Niets. Gewoon: Series kijken. Bankhangen. Films kijken. Spelletjes doen. Lezen. Schrijven. Je rondom laten verzorgen. Kruipen. Krukken gebruiken. Op de bank liggen. Beentjes omhoog. Eigenlijk gewoon een man zijn. Iets anders kan ik even niet verzinnen.’
Wel, ik heb dat nu twee dagen gedaan. En ik vind het doodvermoeiend.
Zowel die krukken als dat ‘voor man spelen’.
Allemachtig, ik ben toch niet voor niets als vrouw geboren?
Hopenlijk ga je heel veel schrijven.
Toitoi,
Groetjes,
Dorothé