Man, het is koud. Ik ril terwijl ik de kinderen in mijn bakfiets hijs. Ik ben sinds de aanschaf ontzettend blij met mijn tweewieler-bakfiets. De dure maar mooie regenkap hebben we erbij gekocht. Met luikje zodat ik nog naar ze kan koekeloeren onder het fietsen. De maxicosi zet ik los op de bodem zoals ik vaker doe. Hij zit door het smalle ontwerp van de voorkant an mijn bakfiets toch een beetje klem.
Het is een 8km rit die ik afleg met drie kinderen elke ochtend naar school, wat kan mij nou gebeuren. De oudste zit goed vast achterop, mijn baby in een veilige maxi cosi met haar broer van 4 op ’t bankje, ook in de gordels.
Ik wil de regenkap dichtmaken maar iets houdt me tegen. Ik moet nog iets doen, ik heb sterk het gevoel dat ik haar deze ochtend wél nog extra vast moet maken aan de bakfiets. Ik snoer de maxicosi vast met het spanbandje dat onderlangs gaat. Trek het nog eens strak aan en kus mijn kleine ukkie-meisje. En route!
Ik fiets langs heiige weilanden, het is nog donker; 7.50 uur. Regen spettert op mijn gezicht. Drukke straten vol auto’s en scholieren die ergens heen moeten. Werk, school, onderweg. Het stoplicht bij het drukke kruispunt spring op groen en ik trap probleemloos mijn bakfiets aan. Wat een geweldige fiets zeg, jammer dat hij morgen opgehaald wordt door de kopers. Ach, het geld steken we in een auto, en dat is eigenlijk ook fijn.
Het lange tweebaans fietspad is dicht bevolkt met pubers. Auto’s staan ronkend voor de haaientanden te wachten op de passerende stoet. Ik besluit de scholieren niet in te halen, maar blijf erachter fietsen. Ik zie vanuit een ooghoek dat bij een zijweg de eerstvolgende auto iets optrekt, ondanks dat er maar een heel kleine afstand is tussen mij en de stroom fietsers voor me. In die fractie van een seconde waarin ik nog denk dat ze me wel gezien moet hebben (ik kom immers met felle verlichting aanrijden, volg een hele stoet andere mensen, ben langer/groter dan de gemiddelde fietser), rijdt ze tóch door, tegen de zijkant van mijn bakfiets aan.
Ik verlies mijn evenwicht, val met fiets en al wat mij lief is erin, op de natte weg. Mijn oudste valt van haar achteropzitje op de grond, mijn zoon kruipt paniekerig door het regenkapluikje naar buiten terwijl ik onder de bakfiets lig met mijn been, klem. Ik hoor mezelf schreeuwen tegen de vrouw die geschrokken uit de auto stapt. “Ben je gek of zo?!” Mijn jongste huilt, ik probeer overeind te komen, en vloek hard. Ze helpt me overeind, mijn kinderen pak ik stevig vast en ik ben echt in shock. Fiets staat inmiddels rechtop, mijn jongste is te troosten en zit goddank goed vast(!). De vrouw is zichtbaar ook aangedaan. Ik geef haar mijn telefoonnummer om eventuele opgelopen schade op haar te verhalen.
Wat mij uren lijkt, zijn eigenlijk 5 minuten waarin ik weer mijn kinderen in en op de fiets zet en dapper naar school fiets. Ik wil mijn bloedjes niet teveel meegeven hoe geschrokken ik ben. Maar wanneer ze eenmaal veilig in de klas zitten met uitleg aan de juf, breek ik midden op school ten overstaan van vele ouders. Ik huil en huil en huil en ben de engel die me toesprak die ochtend, zó dankbaar. Als ik die maxicosi niet had vastgezet was dat hele ding met kind en al omgevallen met alle gevolgen van dien. Als die auto in volle vaart tegen mijn fiets had gezeten, waren we er niet alleen met de schrik en een blauwe plek vanaf gekomen.
Als. Dan.
Als die vissers niet aan de kant zaten toen die vrouw te water ging. Maar ze zaten er wel, en de kinderen zijn gered. Lieve bakfietsmoeder uit Leidschendam, met je bakfiets vol liefde, wat moet je geschrokken zijn. Veel sterkte de aankomende tijd. En wat een heldendaad van die mannen en de passerende vrouw in de auto.