Vandaag veertien jaar geleden…
Terugdenken
Zo gaat dat met moeders. En eigenlijk met alle vrouwen. Die denken terug, elk jaar opnieuw, elk monumentaal moment weer. Vandaag veertien jaar geleden voelde ik me raar. Het rommelde in mij. Mijn benen deden pijn en mijn praktisch voldragen baby speelde voetbal in mijn buik.
Vandaag veertien jaar geleden om een uur of acht ’s avonds keek ik verveeld naar AC Milaan tegen FC Bayern, Champions League. Als we toch al innerlijk aan het voetballen waren, waarom dan er niet meteen even naar kijken. Bayern was aan het verliezen. Voetbal is niet goed voor vruchtvliezen: ze breken ervan. Meer dan drie weken te vroeg.
Het gestuntel van FC Bayern werd acuut nevenzaak (ze verloren met 1:2). Want waar was het adres van die verrekte kliniek ook alweer? En de tas die mee moest naar het ziekenhuis? Paniek. En mocht ik überhaupt nog wel rechtop staan, met gebroken vliezen? Alles was nat. En dan die eerste wee, die maar niet wilde stoppen en dus ook meteen de laatste wee zou zijn.
Niks pauze
Pauze tussen de weeën? Een paar minuten op adem komen? Ach, wat een mooi sprookje uit het grote bevallingsboek. Er klopte in dit geval geen bal van. Eenmaal in de kliniek zag men mij worstelen met mijn ene grote, lange, onophoudelijke wee. Rond middernacht was ik op. Vier uur lang ononderbroken pijn weg proberen te puffen, zonder enig moment van pauze; ik kon het niet meer. Smeekte om hulp.
De zuurstofwaardes van mijn kleine (en van mij) daalden met de minuut. De hartslag ook. Mijn jongetje zat in de verdrukking. Op de één of andere manier heb ik een handtekening gekrabbeld op een toestemmingsverklaring. Daarmee kreeg ik een ruggenprik, die ze er wonderbaarlijk genoeg na slechts drie keer mis prikken – wat wil je ook met een vrouw die in deze toestand geen kromme rug meer kan maken – al in kregen. En ineens kon ik weer ademen. En meewerken in plaats tegen. Doorgaan in plaats van opgeven. Wat een zegen.
Stop de persen!
Maar ik voelde dan ook meteen helemaal niks meer. De verloskundige riep plots: “NU PERSEN, MEVROUW!! NU!!” (In Duitse klinieken blijven ze eeuwig in de beleefdheidsvorm hangen, zelfs als je een kind ligt te baren).
Persen? Echt? Nu al? Oké dan. Ik perste. Althans, ik deed wat nodig was, zonder enig sensatie in de kritische regio’s.
“STOPPEN, STOPPEN!!!”
Ja, wat nou…
Hij zat klem. Met zijn hoofd op het ongunstigste punt – midden in het geboortekanaal, vlak voor de ‘uitgang’ – moest ik me ineens inhouden. Hij lag verkeerd: zoon was een sterrenkijker, en als ik nu verder zou persen, zou zijn neus breken op mijn schaambeen.
Er werd heftig gewroet in mij. Onwerkelijk om mensen zo met je uitgeschakelde onderkant bezig te zien. Toen mocht ik weer. Lang leve de bekkenbodemspieren die ik wekenlang getraind had. Zoon zag er na de bevalling uit als de baby van de Coneheads, blauwig, met een diepe deuk rondom het in een punt toelopende hoofdje, ca. twee cm boven zijn wenkbrauwen. Het stop-de-persen-moment was hem aan te zien.
Jongetje in de vernieling
Ik schrok van de aanblik. Ik had hem werkelijk finaal in de vernieling geperst… Mijn manneke hing als een slappe vaatdoek op de arm, armpjes en beentjes bungelden, zonder enige tensie. Hij huilde niet. Ingedrukt neusje en keel werden leeg gezogen. Geen resultaat. Een pets van de zuster op zijn billen hielp uiteindelijk om hem aan het ademen te krijgen, maar ik kromp ineen… Net op de wereld en nu al zijn eerste tik, ter correctie van zijn ongewilde ademweigering. Hij werd meteen weggebracht, naar de couveuse. En ik werd genaaid. Letterlijk. Mijn kind was weg en ik lag daar maar te bloeden en te vloeken over mijn eigen wanprestatie. Het voelde als falen.
Eenmaal op de kamer werd ik kwaad. Tot grote ergernis van de overige moeders die daar met hun versgeboren kindjes lagen. Ik wilde óók mijn kind. Nu. Meteen. SOFORT! Na wat luidkeelse gevechten en dreigementen had ik hem, na uren (!) wachten, eindelijk toch bij me. Inmiddels hard krijsend (wat een prachtig geluid) en gevoed met een flesje glucosemelk, ook al had ik bij voorbaat uitdrukkelijk aangegeven dat ik dat pertinent NIET wilde; ik wilde hem zelf als eerste voeden. Helaas. Te laat.
Heb ik het fout gedaan?
En nu, nu vraag ik me steeds opnieuw af… dat geboortetrauma, het zuurstofgebrek, zijn volledig in elkaar gedrukte hersenen, in hoeverre is dat alles van invloed geweest op hoe hij nu is? Je mág het je niet afvragen, het is ook zo zinloos als een zak zand in de woestijn, maar tóch doe ik het af en toe.
Heb ik destijds iets fout gedaan? Komt het door mij? Mijn zoon heeft een geheugen-/leerstoornis en dysgrammatisme, is zwaar dyslectisch, heeft soms grote angsten en onverwachte black-outs, hoewel dat laatste gelukkig steeds minder wordt. Hij is hypermobiel en heeft al een paar volledig zinloze etiketten op zijn voorhoofd geplakt gekregen.
Waarom? Is het vanwege zijn niet helemaal vlekkeloos verlopen geboorte? Is dat mogelijk? Is het mijn schuld? Heb ik het fout gedaan? Had ik het kunnen voorkomen?
Ik weet die gedachten gelukkig steeds weer succesvol weg te drukken. Want hij, hij is van mij. En ik zal alles geven en alles doen om van hem een gelukkig, stabiel, gezond en met zichzelf tevreden persoon te maken. Iemand die zo liefdevol, sociaal, intelligent, en goudeerlijk is, iemand met zulk doorzettingsvermogen, zulke bewonderenswaardige volharding, die komt er wel, ook al duurt dat op de bestemming aankomen misschien iets langer dan normaal geacht wordt. En zo iemand mag niet afglijden omdat sommige zaken bij het leren nu even tegen zitten. In mijn ogen is hij perfect. In mijn hand altijd de zijne.
Zoon, ik vier jou
Ik heb een prachtzoon. Een bijzondere knul die morgen veertien jaar wordt en me vermoordt als hij weet dat ik over hem of zijn geboorte blog. Gelukkig heeft hij een hekel aan lezen en is hij heel vredelievend en vergevingsgezind. Een halve kerel die zich nu tóch als een klein kind in bed ligt te verkneukelen op z’n verjaardag. Morgen vast een uur te vroeg wakker.
Ja, ik heb een prachtzoon. Eentje die nadenkt over de dingen die belangrijker en interessanter zijn dan een mobieltje of een PS4. Eentje die zich afvraagt of de kip op zijn bord wel een dierwaardig leven heeft gehad, of spaarlampen echt zo schadelijk zijn, of de kerncentrale in Fukushima nu eindelijk onder controle is, of er binnenkort nog asteroïden in de buurt van de aarde komen, en of ik, zijn mama, wel gelukkig ben. Eentje die nu al nadenkt over wat hij voor de wereld en het milieu zou kunnen doen, en over ‘Trump of Hillary’.
Echt, ik heb een prachtzoon. Een uitermate prettig gestoorde, creatieve, micro- en macro-milieubewuste doorzetter en ik ben trots op hem. Trotser kan geen mens op zijn/haar kind zijn. Hij is één van de twee mooiste mensen (die ik) op deze wereld (heb gezet). Hij is van mij; ik heb hem gemaakt. Natuurlijk is hij alleen van zichzelf, maar hij blijft altijd van mij. Mijn kind. En ik zal alles wat in mijn vermogen ligt, doen om ervoor te zorgen dat zijn leven een goed en gelukkig leven wordt.
Morgen, mijn zoon, vier ik jou.
Weet dat ik zielsveel van je hou.
Heel herkenbaar. Per ongeluk gemind ?
Het moest natuurlijk een ➕ zijn.
haahahah, je bent niet de enige!! Die dingen staan ook wel verhipte dicht bij elkaar 😉 Op een foon tik je er dan nog wel eens naast, hè. Maar dank je voor je geminde plus 😉 X
Alvast van harte proficiat Lou.
Groetjes,
Dorothé
Dank je, lieve Dorothé 🙂
Dikke tranen om jouw prachtige zoon die 14 wordt…. Mijn Jongste mocht helaas maar 13 worden, maar ik was minstens net zo trots op hem….
Dank je wel voor je prachtige ode aan jouw zoon… het had zomaar de mijne kunnen zijn…
Oh, wat intens verdrietig… :’-( Hele dikke knuffel voor jou…
Een vette liefdesverklaring! Later zal hij het met een glimlach lezen.
Feliciteren doe ik je morgen wel (-:
🙂 ik hoop dat hij er later over kan glimlachen (vooralsnog zeg ik ‘m lekker niks haha!)
Wat een schitterende ode! Diepgewortelde liefde, heel herkenbaar ❤
Dank je 🙂
O dat jezelf afvragen/ kwalijk nemen…..heel herkenbaar! Onze zoon heeft geen officieel etiket maar is toch wel op sommige vlakken anders dan anderen. Ja, ik rookte tijdens de zwangerschap! Ja, ik wist niet hoe met hem om te gaan tijdens zn hongerhuilbuien! Ik ging te ongeduldig met hem om. Is hij daardoor zo als hij is? Is dat tegenwoordig normaal? En al die andere goede kanten van hem….? Ik denk dat ik me altijd bepaalde dingen blijf afvragen en kwalijk nemen! Ook al is hij nu al 26! Jij en zoonlief gefeliciteerd en bedankt voor dit stukje.
Typisch vrouw, denk ik, altijd de ‘fout’ bij jezelf zoeken. ‘Had ik toen maar…’ Maar het loopt zoals het loopt, niet op alles heb je invloed. En soms kun je zelfs datgene, waarop je wel invloed hebt, toch ook niet veranderen. Knuffel voor jou! En dank je voor je lieve reactie 🙂
Gefeliciteerd met je superpuber!