Oké, toegegeven, ik heb mijn werk mee. Als sportinstructeur beweeg ik in de baas zijn tijd en bovendien moet ik het goede voorbeeld geven. Dus ik heb geen excuus om er niet goed uit te zien. Niet gek dus dat vriendinnen wel eens jaloers zijn op mijn baan. Zouden ze ook wel willen, spelenderwijs hun lijf in shape houden en nog lekker door kunnen eten ook. Lékker dus, hè; ik zei niet doorgaan tot er niet meer in kan.
Maar de meeste vrouwen komen niet verder dan elke keer het allernieuwste afvalboek kopen. Daarin wordt ze geleerd om van hun kilo’s af te komen door een onmogelijk dieet te gaan volgen. Zo onmogelijk dat ze het maar heel even volhouden. Of die van tijd tot tijd een hip (of niet zo hip) sporttenue kopen en er dan niet aan toe komen om het eens aan te trekken. Of al na de eerste halfslachtige poging met spierpijn afhaken. De nieuwste afvalrage is het killerbodydieet van Fajah Lourens.
Al vanaf de kaft staat Fajah de gebruikelijke doelgroep lekker te maken (of te intimideren) met die strakke buik van d’r. Ik kan me voorstellen dat de gemiddelde aspirant-killerbodybezitster al moe wordt van het kijken naar de plaatjes van alle oefeningen. Bladzij na bladzij Fajah Lourens in allerlei ingewikkelde houdingen. Daar krijg je geen killerbody van, die killerbody heb je nodig om die oefeningen überhaupt te kunnen doen. Dus het zal er wel bij blijven dat er een paar shakes uit de receptensectie geprobeerd worden. En als het nieuwtje eraf is, staat het boek binnen de kortste keren naast het oeuvre van Sonja Bakker te verstoffen.
Maar vrouwen hebben tenminste nog de ambitie om er goed uit te zien. Ze weten hoe het zou moeten, ze hebben hun betere zelf haarscherp voor ogen, het komt er alleen niet altijd van om eraan te werken. En dat is alvast een stuk meer dan mannen van zichzelf kunnen zeggen. Vrouwen zijn kritisch op zichzelf en op andere vrouwen, als mannen überhaupt kritisch zijn, is het noch op zichzelf, noch op andere mannen, maar alweer op vrouwen: vrouwen moeten er goed uitzien, zelf hoeven ze niets. De meeste mannen vinden zichzelf prima zoals ze zijn, hoe dat ‘zijn’ ook uitgepakt is na jaren verwaarlozing. En daar vergissen ze zich dus deerlijk in.
“Goed gereedschap heeft een afdakje nodig,” zeggen ze dan, vergenoegd over hun uitpuilende pens wrijvend. Alsof dat gereedschap zo goed is. Meestal blijft het gewoon hangen onder dat afdakje. Goed gereedschap moet helemaal niet hangen, het is gemaakt om er wonderen mee te verrichten! Maar ze vinden het zelf al een prestatie als het af en toe even van zijn plaats komt. Voor een minuut of twee. Als wij denken dat ze net aan de klus begonnen zijn, zijn zij al klaar. Vinden ze.
Vrouwen weten wat ze te doen staat om er beter uit te gaan zien: gewicht kwijtraken. Als mannen naar de sportschool komen is het niet om gewicht kwijt te raken maar om het te verplaatsen. Van hun pens (eigenlijk overal vandaan) naar hun spieren, die ze nergens anders voor nodig hebben dan om te – eh – nou ja, om op de apparaten in de sportschool te zitten. Meestal komt er niet veel van terecht, want ook aan de bar van de sportschool staat het bier koud. Maar als het lukt, schiet je er als vrouw toch weinig mee op. Het ene gedrocht is in het andere veranderd.