“Ik voel me prima!” kwettert ze. “Wat denk je, hoe lang duurt het allemaal nog? We waren zo mooi op tijd, het duurt toch nog wel lang hoor.”
En wat zachter zegt ze: “Wat zitten er hier veel oude mensen. Zouden die allemaal voor hetzelfde komen? Wat kijken ze triest uit de ogen, vind je ook niet? En het is zulk stralend weer buiten.”
Ze pakt even mijn hand en kijkt in het rond, neemt de omgeving op met haar heldere blik. Ze frunnikt wat aan haar kleren, recht haar rug, kijkt naar eigen haar handen. Mooie verzorgde nagels. Dan richt ze zich weer tot mij.
“We houden de fitness voorlopig nog gewoon aan, hoor, er is nog geen man overboord. Ik voel me altijd zo fijn na het sporten, het is ook zo belangrijk om in beweging te blijven. En ik voel me prima!”
Ze heeft gelijk en ik knik. Ook ik kijk rond en kom tot de conclusie dat wij het meeste lawaai maken en zij de beweeglijkste is van allemaal. Wiebelkont. Kan nooit stilzitten. Altijd bezig.
“Fijn dat je meegegaan bent,” zegt ze blij.
Ik vind het ook fijn.
Bijzonder vind ik dat. Ook al moet je nog zo lang wachten, als ze je naam zeggen, maakt je onderbewustzijn toch even een sprongetje. Oh jeetje, nu al…..
Samen gaan we naar binnen en wachten we tot de dokter komt. Ze begroet hem met haar glimlach en spreekt opgetogen haar hoop uit: “Het was zeker niks. Ik heb nog nóóit iets gehad!”
De dokter kijkt haar aan en zegt: “Nee, mevrouw. Ik heb helaas geen goed nieuws.”
Ze gaat op het puntje van haar stoel zitten en buigt voorover. Ze luistert aandachtig naar de dokter, die haar de opties uitlegt en vertelt wat ze nu gaan doen.
Ingespannen probeert ze alles te volgen, af en toe kijkt ze naar haar handen, naar die mooie verzorgde nagels. Dan richt ze zich weer tot hem: “Ja maar, ik voel me zo goed!”
De dokter glimlacht, neemt voor nu afscheid en we gaan naar buiten. De afspraken zijn gemaakt en ze krijgt een multomap mee om alles door te lezen, en oh ja, online kan ze ook nog het één en ander opzoeken over borstkanker. Samen wachten ze bij de uitgang als ik de auto ga halen.
“Ga je volgende keer ook mee? Want papa kan het allemaal niet meer onthouden.”
“Tuurlijk mam. Maar eerst gaan we taart halen. Want morgen ben je jarig.”
Vijfentachtig wordt ze. We zitten erin. In de medische molen.
Kom maar op.
Veel sterkte en succes in de molen.
Pfff sterkte!