Het valt me op dat ik de laatste tijd zoveel kreun. Niet omdat ik piano’s verhuis, maar gewoon bij de dagelijkse dingen. Het begint al bij het opstaan. Stijf! Planking types doen daar vast een moord voor, maar voor mij is het reden om mijn gevoel voor humor op het nachtkastje te leggen.
Kon ik voorheen mákkelijk mijn voet in mijn nek leggen, tegenwoordig kraak ik al als ik een knie naar m’n neus breng. Wrong ik me voorheen nog in prachtige bochten als ik jeuk op mijn rug had, nu kwel ik mezelf niet langer en pak ik de houten lepel van het slacouvert. Ik krab er schaamteloos de vellen mee van mijn rug. Even blazen. Klaar.
Maar nu, nu pik ik die stijfheid van mezelf niet langer; ik ben vorige week kreunend in actie gekomen. Geen sportschool: ik ben mijn eigen motivator. Ik heb zelfs mijn eigen ochtendprogramma opgesteld. Gewoon op de grond, naast het bed waar ik elke ochtend uitdonder.
Ik begin altijd met iets makkelijks: ogen dicht, ogen open, ogen dicht.
Dan voer ik de moeilijkheidsgraad iets op. Tenen omhoog, tenen naar beneden.
Daarna is het tijd voor het grovere werk. Voor de training van de buikspieren ga ik plat op de grond liggen, haak mijn voeten onder de bedrand en werk mezelf krakend overeind. Van inspanning maak ik dan een krachtig blazend geluid. Die lucht is steevast niet te harden: ik val flauw.
Klaar!
Ik besef inmiddels dat, wil ik in dit tempo mijn trainingsprogramma blijven volgen én fit worden, ik minstens een uur eerder uit bed zal moeten vallen.
Maar tjonge, wat ik gisteren nou weer had! Moet ik nog even vertellen. Ik pakte een pakje boter uit de koelkast en toen schoot het in mijn rug. Zó erg, ik kon mijn schoenveters niet eens meer strikken. Van ellende ben ik maar op teenslippers de boodschappen wezen doen. En weet je nog wat voor weer het gisteren was? Het regende bakstenen! Mensen met hun voeten veilig in de regenlaarzen schudden meewarig hun hoofd toen ze mij op flip flops zagen lopen. Maar dat liet me koud. Letterlijk. Ik heb namelijk altijd alles over voor gezond eten (voor mijn huisgenoten).
Ik red me wel. En ik kom er ook wel.
Ik zoek alleen nog iemand die mijn teennagels wil knippen.