Mijn puber heeft een broek. Een zwarte skinny jeans. En die zit als verkleefd aan het lichaam. De arme broek is als het ware een tweede huid geworden. De hele kast ligt vol met kleding, ongedragen broeken, leggings, rokjes, maar standaard komt ze naar beneden met die broek aan.
Ik grap vaak dat ze er binnenkort uitscheurt (eigenlijk wil ik dat ze dat ding uitdoet en probeer ik haar angst aan te jagen, zonder resultaat) en deel ik mede dat hij nu echt te kort is. En dat ze zo leuk eruit ziet met een rokje aan. Maar het mag allemaal niet baten.
De broek blijft onverbiddelijk aan. Om de dag was ik het ding (in de avond uiteraard) en moet hij meteen in de droger (in de nacht uiteraard) zodat hij de volgende dag meteen weer aankan. Want stel je voor! Een ander kledingstuk is echt not done, en weggooien mag niet.
Ik herken dit enorm.
Ze zijn blauw. Lichtblauw, leer met suède, en ze zijn prachtig. De witte strepen aan de zijkanten, zoals het hoort bij Adidas, stralen me tegemoet in de winkel. Ik moet en zal deze schoenen kopen. Ik heb niet zo veel te makken, maar deze zijn van mij. We worden onafscheidelijk. Ik doe ze nog net niet naar bed aan. Ik loop stad en land af op mijn blauwe sneakers, bezoek concerten, doe klusjes ermee en schop ze vol trots uit na een dag school.
Tot op een bijzonder afschuwelijk moment. Het moment waarop ik ze niet kan vinden. Ik zoek het hele huis door, en als laatste roep ik mijn moeder.
“MAM! Waar zijn mijn sneakers?!”
“Oh je bedoelt die blauwe met die verfspetters? Die heb ik weggegooid, dat kan echt niet meer hoor.”
Als vastgenageld sta ik aan de trap. Weggegooid?! Hoezo?! Die spetters horen erbij, die zijn een stukje geschiedenis van de schoenen!
Ik ben ontroostbaar. En tot op de dag van vandaag, kijk ik op marktplaats om te zien of er nog ergens mijn inmiddels vintage Adidas sneakers aanbieden. Je weet maar nooit: iemand heeft misschien wel zo’n paar bewaard en wil ze weg doen.
De broek van mijn dochter behandel ik met zorg. Ze mag, wanneer ze er klaar mee is, zelf de broek weg doen. Maar tot die tijd blijf ik ernaar kijken, en herken ik mezelf.
Het scheelt trouwens enorm in de kledingkosten, zo’n trouwe broek.