Ik heb niets met Kerstmis.
Ik ben gek op kaarsen, lichtjes, warmte, gezelligheid, lekker eten en dito wijntjes, daar ligt het niet aan. Maar het feit dat het op verplichte/geijkte momenten moet, maakt dat ik er een aversie tegen heb ontwikkeld.
Ik vind het een typisch verschijnsel – elk jaar weer – dat mensen me wanneer ik net mijn zomervakantie achter de kiezen heb, gaan vragen wat ik vier (!) maanden later ga doen. En met wie. En waar. En wat ik ga eten.
Kerst is voor mij gewoon een soort weekend. Ik hecht er geen speciale waarde aan.
Het is omdat ik een kind heb, dat ik toch elk jaar weer trouw een kerstboom kocht, cadeautjes aanschafte, me in een glitterjurk hees en mijn stinkende best deed er culinair iets feestelijks van te maken. Ik wil niet dat mijn dochter me later dingen gaat verwijten. “Ik had geen hond en ook al geen kerstboom! Ik heb zo’n klotejeugd gehad!”
Ik zie ook wat voor stress kerst geeft. Mensen die alleen wonen en opzien tegen de feestdagen. Want het is zó zielig als je eenzaam en alleen bent tijdens de kerstdagen. Ik ken legio bejaarden die er enorm tegenop zien. Opgedrongen tegenop zien, niet eens vanuit zichzelf. Dat is nog het ergste.
En als je gewoon eerlijk zegt dat je er niks aan vind en dat je alleen thuis in je onesie op de bank gaat liggen en dat je een Dr. Oetker tonijnpizza in de oven gooit, word je aangekeken of je knettergek bent. Dan heb je op zijn minst een persoonlijkheidsstoornis en/of een waardeloze jeugd gehad. Want dan ben je niet gezellig.
Maar ergens halverwege die hartstikke leuke jeugd van mijn dochter (ja toch, skatje?) werd ik onverwachts toch bevangen door een deel van die zogenaamde feestelijkheid.
Zo weet ik dus feilloos dat het nog 42 dagen duurt tot het zover is.
Omdat ik dus gék ben op kerstbomen.
Op 6 december, als de goedheiligman net weer opgezouten is naar daar waar hij vandaan kwam en al dat gezever over Pieten ein-de-lijk weer voorbij is, zetten wij gelijk onze boom op.
Elk jaar is het weer feest wat er uit die enorme dozen gaat komen. Het blijft een verrassing. Ook omdat ik meestal pas ná de Kerst mijn ballen koop. Voor de helft van de prijs. Dat is de Zeeuw in mij, kan het niet laten.
Onze boom is fouter dan fout. Té lelijk om aan te zien. Kitsch ten top. En daardoor zo mooi. Alles vloekt met elkaar. Er hangen een balletgiraf, een rendier in een auto, een moonende kerstman, ijsjes, eikels, paddestoelen, pauwen, cupcakejes, strikjes, sneeuwpoppen…
En elk jaar wordt onze boom voller. Omdat ik blijkbaar niet de enige ben die het leuk vindt. Van familie en vrienden krijg ik elk jaar weer van alles en nog wat toegeschoven. “We waren in het tuincentrum en deze was zó jou”…
Nog 42 dagen!
Joechei!
Te leuk!
En te lelijk die boom. (Coming from someone die haar hele huis stylish verantwoord optuigt in matching kleurtjes…. ) Bij mij is het truttigheid ten top!
Brrrr…. 😉
De Bletgiraf blijft mijn favoriet.