Laat me starten met te zeggen dat ik geen enkele intentie heb om hier een discussie te beginnen over het wel of niet toelaten van buitenlanders tot ons minuscule stipje op de wereldkaart, over illegalen en hun al dan niet legitieme motieven om hier hun heil te zoeken of om mensen, met welk standpunt dan ook, hun mening te laten herzien.
Wel merk ik dat ik me langzamerhand niet meer herken in het Nederland van nu. Toen ik zo’n zeventien jaar geleden naar Mexico vertrok voor een vakantie en uiteindelijk een aantal jaar bleef, vertelde ik met gepaste trots over Nederland, waar veel mensen daar nauwelijks van gehoord hadden.
Een land kleiner dan de meeste provincies in Mexico, maar met een hele sterke economie, eeuwenoude historie en super tolerant. Atheïst, moslim, christen, katholiek, allemaal welkom. Homo- hetero- of bisexueel? Geen enkel probleem. Sociale zekerheid? Fenomenaal. Vergeleken met Mexico en veel andere landen geldt nog steeds dat we het hier gewoon f*cking goed hebben, al beseffen en waarderen we dat vaak niet. Maar het land verandert. Iedereen lijkt harder en kouder te worden. Afstandelijker. En niet alleen in Nederland, helaas. Ik ben gestopt met het lezen van reacties onder artikelen op nieuwssites, omdat ik eng word van alles wat daar geroepen wordt.
En dan is daar opeens mijn dochter (11). Bij onze plaatselijke supermarkt kan je een briefje invullen met uitleg waarom je iemand een heerlijk avondje wenst. Dat briefje doe je in een brievenbus en degene die genoemd wordt op de winnende inzending, wint een soort kerstpakket, maar dan met Sinterklaas.
Zonder aarzelen pakte ze een briefje en ging schrijven. Toen ik over haar schouder keek zag ik dat ze daar, waar je moest invullen wie je een heerlijk avondje gunde, schreef: “De man die langs de ingang/uitgang staat”. Bij ‘omdat’ vulde ze daarna in: “Omdat hij altijd buiten in de regen en de kou staat” en later verduidelijkte ze ook nog even dat het om de straatkrantverkoper ging.
“Jammer dat ik niet weet hoe hij heet.”
Bij zijn telefoonnummer een vraagteken: “Ik kan het hem beter niet gaan vragen, hè mama? Want als hij dan niet wint, is het zo’n teleurstelling.”
Toen ze later vroeg waarom hij niet gewoon werkte, legde ik uit dat hij hier waarschijnlijk niet legaal is. Of geen baan kan krijgen. Waarop ze zei dat ze hem wel eens had horen zeggen tegen iemand dat hij het geld dat hij verdient met de krantenverkoop, naar zijn familie stuurt.
“Dan ben je toch een goed mens, mama, als je voor je familie helemaal alleen in de kou in een vreemd land gaat staan?”
In haar kinderlijke onschuld ziet zij geen ‘buitenlander’ en snapt ze niet waarom er regels zijn die bepalen of iemand ergens wel of niet mag zijn. Ze ziet gewoon een mens, iemand die probeert te overleven en zich opoffert voor zijn familie. Niet meer of minder.
Ik hoop van harte dat ze niet al die onschuld verliest en vooral dat ze anderen altijd als mens blijft zien. Ongeacht hun afkomst, religie en geaardheid. En daarnaast hoop ik dan ook maar gelijk dat er genoeg volwassenen overblijven die er óók zo over denken, zodat deze wereld leefbaar blijft voor mensen met een karakter als het hare.
Het is niet kinderlijk en het is geen onschuld – het is een open blik en liefdevol.
Met jou hoop ik dat ze het behoudt.
Deze volwassene doet in ieder geval haar best het hare vast te houden.
🙂 Dankjewel!
Velen kunnen aan je dochter een voorbeeld nemen.
Daar ben ik het helemaal mee eens 😉