“Jij had binnenhuisarchitect moeten worden!”
Dat hoor ik wel vaker. En toegegeven, ik kan best leuk inrichten en dat ook nog eens voor weinig. Maar ja, ik heb maar één smaak en dat is de mijne, dus dat wordt lastig wanneer je anderen wilt adviseren. Gewoon blijven boekhouden dus en verder thuis aan de fröbel. Wat ik dus ook héél graag doe. Te graag. En vooral: te vaak.
In ons vorige huis hebben we twee jaar gewoond. Tijdelijke huurwoning, dus echt verbouwen doe je dan niet. Hoewel, ik heb daar drie verschillende bankstellen gehad, vijf verschillende kleuren op de muur, drie verschillende wandkasten en drie keer andere eettafelstoelen, waarvan ik ook gewoon een nieuwe vloer had kunnen laten leggen, maar dat was vast niet zo leuk geweest. En dat was dan ook alleen nog maar de woonkamer.
Als ik het zo opsom, klinkt het erger dan het was, hoor. Denk ik. Het kwam gewoon omdat het een tijdelijk huis was. En dat huis was niet helemaal zoals ik het wilde. Dan ben je gedoemd tot ‘leuker’ en ‘zo leuk mogelijk’ maken. Toch? En ik ben hartstikke goed in het ‘leuker maken’, maar makkelijker wordt het helaas nooit.
Enfin. Anderhalf jaar geleden kreeg ik mijn definitieve huis. Ein-de-lijk! Nu kon ik écht aan het inrichten slaan. Naar MIJN smaak. Voor eens en voor altijd! Nieuw vloertje, van onder tot boven geschilderd. Eindelijk een trap en een overloop met een mooi tapijtje. Ja, helemaal naar mijn zin!
Mijn mooie hoekbank, die ik net nieuw had, omdat de tweezitter toch zo niet praktisch bleek (die ik overigens ook weer had gekocht van het geld van de verkoop van de dáárvorige hoekbank) stond prachtig in die hoek.
Helaas was dat ook de enige hoek waar hij kon staan. Dus was ik ‘m al weer gauw zat. Als smoes gaf ik dan maar aan dat het niet zo leuk was om daar in díé hoek zitten, omdat ik op die manier recht de keuken in keek. Dat dat een kutsmoes was, daar ben ik nu wel achter. Want, nadat ik wéér mijn hoekbank verkocht had en een tweezitter met stoel had aangeschaft en deze in zes maanden tijd in drie verschillende opstellingen tóch weer niet fijn vond, heb ik nu wederom … een hoekbank. Op precies dezelfde plek in precies dezelfde hoek.
Mijn man wordt gek van mij. Hij was zo lief om mijn tv-aansluiting op drie punten in de woonkamer te maken, nadat ik hem voor de tweede keer vroeg of hij alsjeblieft, please, please, please, nog ÉÉÉÉÉN keertje onder de vloer wilde om de kabel te verleggen.
Die zucht, die hoorde ik.
“Ja, tuurlijk, schatje. Eén keertje nog,” terwijl hij nee schudde.
Ik vond het zelf nog wel meevallen die veranderingen.
Dus zette ik eergisteren op Facebook dat ik zó ontzettend blij ben met m’n nieuwe bank. En dan krijg je prompt een dag later een herinnering van datzelfde Facebook, van een jaar terug. Ughhh… toen was ik blijkbaar óók ontzettend blij met mijn nieuwe bank… Hé, da’s toevallig, haha… En vervolgens een paar dagen later, floep, een herinnering van Facebook. Van drie jaar geleden. Ikke, blij met nieuwe bank. Uhh, djiezus ff terugscrollen…
Na zes banken, drie eethoeken (eetkamerstoelen tel ik maar even niet mee), drie wandkasten, veertien kleuren op de muur en zes slaapkamer make-overs, waar ik op Facebook duidelijk steeds opnieuw héél blij mee was… moest ik mij toch echt even achter de oren krabben.
Geen wonder dat mijn lief bij één van mijn grillen alleen nog maar reageert met: “Hoe ver moet ik rijden om ‘m op te halen?” als ik hem een foto laat zien van een of ander meubel-item. En ik heb maar tot vier jaar terug gekeken… Pfoeh.
Gelukkig heb ik nog wel steeds dezelfde lief (als ik niet verder terugkijk dan zes jaar) en ook nog steeds dezelfde kindertjes… dát dan wel weer.