Elke ochtend bij het wakker worden zei ze hetzelfde: ‘Vandaag! Vandaag is een nieuwe dag – vandaag gaat het gebeuren, ik vóél het!’
Bij die gedachte alleen sprong ze direct het bed uit, holde naar de badkamer en besteedde zoveel tijd aan haar uiterlijk dat het regelmatig voorkwam dat ze zonder ontbijt de deur uitging.
Elke ochtend zei hij ook hetzelfde: ‘Goedemorgen.’ Meer niet. Tot gisterochtend. Toen stond hij opeens naast haar bureau en keek haar aan. Keek haar AAN, echt aan.
‘Leuk, dat bloesje,’ merkte hij nonchalant op terwijl hij een map voor haar neus neerlegde.
Toen ze gisteravond naar bed ging, droomde ze van hem. ‘Goedemorgen,’ droomde ze dat hij mompelde, terwijl hij haar tegen zich aantrok en een kus op haar haar drukte. In haar droom keken ze elkaar aan en verwonderde ze zich over de zachtheid van zijn ogen.
Bij het wakker worden jubelde haar hart. ‘Het was een voorteken, deze droom!’ dacht ze opgewonden terwijl ze naar de badkamer rende. ‘Vandaag is de dag, vandaag gaat het gebeuren, zeker weten!’
Ze was zolang voor de spiegel bezig dat ze wéér met een lege maag de deur uitging en tegen de tijd dat ze achter haar bureau zat, had ze een hartslag van minimaal 220 slagen per minuut. Haar handpalmen waren niet klam op het moment dat ze haar computer aanzette – nee, ze waren klets- en kletsnat en de irritante druppels op haar bovenlip bette ze telkens met een servetje zo onopvallend mogelijk droog.
Toen de deur openging en hij binnenstapte was haar hart werkelijk compleet op hol geslagen en uit elke porie van haar lichaam gutste het zweet.
‘Goedemorgen,’ knikte hij kort, terwijl hij langs haar bureau marcheerde. Hij keek haar niet eens aan. Ze voelde hoe haar verhitte glimlach verstarde terwijl ze hem nakeek. Ze zuchtte en staarde met holle ogen naar de deur die hij achter zich dichttrok. Ach ja. Morgen. Morgen misschien. Morgen was tenslotte weer een nieuwe dag.
Eerder gepubliceerd op: De Rebelse Huisvrouw
Hoop doet leven.