Onder je eigen naam schrijven en je stukjes trots delen met familie en vrienden, heeft zijn nadelen. Sommige dingen schrijf je dan minder makkelijk , of niet, op. Niet omdat ik grootse geheimen heb, maar omdat ik niet wil dat anderen zich zorgen maken.
En misschien is het ook wel goed zo, het geeft me minder de kans om te zwelgen in het grote zwarte gapende gat dat ik soms zie. Vrouwelijke hormonen, of een gebrek daaraan – lang leve de overgang! – maken dat gat vaak nog wat groter. Lichamelijke gebreken zijn deels de oorzaak en helpen zeker niet mee. Maar wie wil al dat gejammer nou lezen? Ik niet.
Gelukkig zijn er zijn er genoeg dingen, waardoor dat zwarte gat snel weer van kleur verandert. Van heel donker- via heel lichtgrijs naar full color, als het meezit. Veel is daar niet voor nodig.
Gisteren een dag het museum ingedoken met man en dochter. Dochter was úren zoet met een speurtocht en mocht haar idool Geronimo Stilton ontmoeten. Vond ze geweldig terwijl ze echt wel wist dat er waarschijnlijk een onderbetaalde student in dat muizenpak zat. Apetrots op haar gesigneerde boek en miste geen woord van het kindercollege.
Aan het einde van de dag besloten we pizza te gaan eten in het restaurant waar ze al 6 maanden heen wilde. Meer uit nood geboren, want pijn, dus koken zat er niet meer in, maar toch. Ik heb genoten van het haar zien genieten.
De dag erna wil mijn lijf dan echt niets meer en doet iedere beweging pijn. Maar dan denk ik terug aan de dikke knuffel van dochter toen we thuiskwamen. Aan haar woorden: “Dankjewel, mama, dat dit kon. Vandaag was echt héél leuk!”
En dan krijgt al dat grijs vandaag tóch weer een gouden randje.
En een regenboog erbij!