Elke werkdag gaat de wekker om 6:50h af. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik niet meer mag snoozen in verband met algehele luiheid die zich dan meester maakt over mij, dus poog ik meteen mijn ogen open te doen. Afhankelijk van het feit of mijn kroost wel of niet bij me is die dag, heb ik dan twee opties. Óf ik kan even mediteren (5 minuten), óf er sjokt een slaperig kind bij me naar binnen.
Allebei fijn.
In een kinderloos weekend probeer ik – een soort van – uit te slapen, en dat is voor mij tot half negen of zo. Maar het wekkerritme is beter ingesleten dan het co-ouderschap, waardoor ik deze blog dus om 7.00u typ, nadat ik de droger heb aangezet, de was heb gedaan, de vaatwasser in- en uitgeruimd heb én een yoga- en meditatiesessie achter de rug heb.
En dat op een ‘vrije’ zaterdagochtend.
Gelukkig ben ik een ochtend mens. Ik hou ervan om de zon op te zien komen, die de nacht aflost. De dag ligt als een onbeschreven blad aan mijn voeten.
Mijn energieniveau is nu op zijn best en ik probeer zoveel mogelijk gedaan te krijgen. Waar ik gisteravond als een vreselijke berg tegenop zag, is nu een een fluitje van een cent. Zo gepiept.
De keerzijde van dit alles is dat ik vroeg naar bed ga. Alhoewel, ik vind dit niet echt een probleem, maar lekker op tijd gaan slapen wordt niet echt als gezellig ervaren. Veel mensen die ik ken, zijn allemaal nachtbrakers. Werken door tot in de late uurtjes, gaan op stap tot diep in de nacht, kijken nog die film tot 23u. Ik niet, Ik stort rond een uur of 20 á 21 helemaal in. Ik moet er echt om half tien in liggen, wil ik de volgende dag weer wat waard zijn.
Lang heb ik hier tegen gevochten. Maar het wordt me steeds duidelijker. Wil ik op mijn best zijn, dan moet ik accepteren dat ik ‘saai’ word gevonden, omdat ik om 21u mijn bed in duik. Het zij zo.
De beste versie van mezelf zit hier nu, aan tafel, om 7 uur, met energie voor 10.
Ik denk dat ik zo een rondje ga hardlopen. Goedemorgen!
Zo herkenbaar! Fijn!
?
Ben ik eindelijk op een leeftijd gekomen dat ik op kan staan als ik wakker word in plaats van, zoals vroeger toen ik nog werkte, wakker moest worden als ik moest opstaan, heb ik geen of weinig slaap meer. Laat (rond middernacht) naar bed en toch veel te vroeg wakker (tussen vijf en zeven). Gelukkig is de hond lui, geduldig, of heeft hij gewoon wel zijn acht uur slaap nodig, en kan ik dus snoozen; een kopje koffie, een hoofdstukje lezen, of wat (nep)nieuws lezen op het internet (maar dan heb ik tijdens het ontbijt weer niets te doen) of op de iPad van mijn lief een onnozel spelletje doen (mediteren noem ik deze verslaving). En dan na de lunchtijd en de wandeling met de hond nog een tukkie, zo komen we de dag wel door. En zo heeft ieder zijn sores.
Sores hebben we allemaal maar ’t is net even beter te behappen wanneer we even lekker kunnen tukken! ?