Ik kijk naar Jinek. Ik kijk nooit naar Jinek, maar in mijn tijdlijn op Twitter gaat het nergens anders over, dus kijk ik naar Jinek.
Jules Deelder zit aan tafel. Dronken. Of high. Of allebei. En Connie Palmen, waarvan ik altijd denk dat ze een ziekte heeft waardoor ze praat alsof ze dronken is, maar waarvan iedereen altijd zegt (op Twitter) dat ze dronken is. Dus laten we maar zeggen: Connie is ook dronken. Connie probeert een punt te maken (geen idee welk punt) en Deelder is het daar niet mee eens (om mij onduidelijke redenen) en gaat er irritant doorheen zitten praten. Eva probeert wanhopig de controle over het gesprek terug te krijgen.
Op de achtergrond kijkt Menno Bentveld toe met een hele, hele lichte glimlach om zijn gezicht.
Mijn gevoel zegt eerst nog: “Pap! Mam! geen ruzie maken waar de kinderen bij zijn”, maar als Eva streng zegt: “Er heerst hier een soort basisbeleefdheid,” moet ik een beetje lachen. Alsof je op een feestje bent en die ene baldadige vriend, die altijd de verkeerde dingen tegen de verkeerde mensen zegt, teveel gedronken heeft en iedereen denkt: daar gaat ie weer… Maar dat de gastvrouw zo lang bezig is geweest met de gevulde eieren en de zalmrolletjes, en zo lang heeft nagedacht of ze wel genoeg gin-tonic in huis heeft, dat ze nu in oorlogskleuren naar de jongen toe loopt om op hoge toon te zeggen dat ‘iedereen het leuk moet hebben en gezellig moet zijn en anders maar naar huis moeten gaan’.
Ze zegt het echt. “Als dit zo doorgaat wil ik dat het ophoudt”.
Overspannen, is mijn conclusie. Ze kan de situatie niet aan. Ik kijk naar Menno Bentveld en ik zie hem denken: “Ik zou dit zo anders aanpakken.”
Ik ook. Ik zou moeten lachen om Jules Deelder. Want ook hij is mijn gast en mijn vriend en je weet dat het een lastpak is, maar hij is ook grappig. Maar ik zou ook Connie beschermen. Streng en boos doen maakt het alleen maar erger, genanter, voor Connie. Maar Connie wekt niet de indruk dat ze het erg vindt…
Ik bekijk de hashtag #jinek en zie dat iedereen op twitter naar Jinek kijkt. En ik zie dat er twee kampen ontstaan. Het kamp ‘nodig Deelder dan niet uit als je niet wilt dat er buiten de lijntjes (no pun intended) gekleurd wordt‘, en het kamp ‘goed zo Eva, wat doe je dat goed, #strengejuf’. Het tweede kamp is duidelijk groter, en dat verbaast me, want ik denk altijd dat vrouwen met hoge stem “ik meen het” of “ik ben de baas” zeggen, vooral zichzelf aan het overtuigen zijn. Maar blijkbaar overtuigt ze ook het publiek.
En dan opeens zie ik wat Menno Bentveld al lang zag. Het hele gesprek doet er niet toe. Het is niet belangrijk wie de controle heeft of waar het over gaat. Eva weet: iedereen heeft het hier over. Iedereen twittert foto’s en iedereen heeft een mening. Eva is de talk of the town.
En over een week denken we alleen nog maar: Bij Jinek gebeurt nog wel eens wat, terwijl het bij Humberto en Pauw en Matthijs stilletjes doorsuddert. Ik zou dit gesprek lachend gesust hebben, en met mijn domme hoofd dacht ik even dat ik het dus beter gedaan zou hebben dan Eva. Onzin. Ik kan me niet herinneren waar het gesprek over ging, maar Eva gaat viral, #jinek is trending. Ik herlees de eerste twee zinnen van dit verhaaltje en ik maak een diepe buiging.
Ik keek naar Jinek.