Blogs, debatten, artikelen, social media postings, online discussies – alles gaat momenteel over de verkiezingen. Je wordt er – hoe kan het ook anders in de verkiezingstijd – mee doodgegooid. Maar hier op HoeVrouwenDenken hebben we het eigenlijk er bar weinig over. Waarom ook? De opinieleiders roepen al om ’t hardst. Redelijk zinloos om dan ook nog eens een keer gaan schreeuwen? Méér, méér, méér mee- c.q. tegengeroep wordt toch niet meer gehoord (of gelezen).
De meest gevatte opmerkingen over Obamaklaver en Geert Rutte, de snelle literaire uithalen naar Plasscher en Krollebol, de ad remme discussies over Peilloze, vrijheidsbeperkende en beDenkelijke partijprogramma’s (‘Hóé dan?’), dat alles voor de broodnodige afleiding overgoten met een wildwest-sausje van ‘gefascistiseerd Erdoganisme’. Wat moet je daar nu nog aan toevoegen? De mediale wanorde schildert met willekeurige penseelstreken de nationale én internationale politieke wirwar.
Op tv worden politici gedwongen iets aardigs over elkaar te zeggen, maar eigenlijk zouden ze het liefst enkel en alleen elkaars ogen complimenteren qua hoog-hoger-hoogst uitkrabgehalte. Kinderen interviewen lijsttrekkers (zie ook op HoeKinderenDenken.nl), die wederom krampachtig proberen zo losjes en popi-jopi mogelijk over te komen. Pauw en Jinek bevruchten elkaar nu in hetzelfde npo-opnamehok, om op die wijze de één na de andere elitaire polit-snob onderuit te halen. En Lubach doet de rest. Daar kan sowieso niemand aan tippen.
Waarom dan nóg een blog schrijven over de verkiezingen? Met deze kluwen van politieke knopen valt tekstueel gezien enkel nog maar decoratief in de kantlijn te macrameeën. Weer een broddelwerkje in de zin van ‘Oh ja, verkiezingen! Daar moeten wij natuurlijk óók nog wat over zeggen’. Niet dus. Er is al genoeg geleuterd. Je verzuipt in de zee van meningen en discussies, om vervolgens op het stembiljet geen enkel rood baken meer te kunnen ontwaren.
Weet u na alle geharrewar over nepmaatregelen, escalatiedreigingen en voodoocijfers nog steeds waar u op wilt stemmen? Wauw! Is er echt een partij die met haar programma zegt, ál uw belangen te behartigen? Is er ook maar één lijsttrekker waarin u nog voldoende vertrouwen heeft, één waarvan u denkt dat hij of zij de beloften houdt en waarmaakt? Ja? Gefeliciteerd! U mag door naar de volgende ronde. Lekker stemmen. Zo niet, wat is dan strategischer: niet stemmen, blanco stemmen, blindelings met de groten meelopen, of toch maar in een splinter stappen?
In alle eerlijkheid, bij iedere partij vind ik wel iets in ’t program waarvan ik denk: hoe kun je in vredesnaam zó stom c.q. blind zijn? Wáár is het verstand, het ware na- en meedenken over de toekomst gebleven? Niet in de politiek in ieder geval. Je krijgt dan meteen het klassieke ‘Doe het dan lekker zelf? Wanneer begin jíj een partij?’ om je oren. Nee, zo werkt het niet. Ik ben geen politicus. Ik wíl helemaal geen beleidsvormer zijn. Ik wil enkel eens een geheel verstandig, economisch en logisch denkende, integere én sociale partij. Utopisch, ik weet het.
Daarom laat ik mijn stemloze hoofd hangen. Ik stem niet. Bewust niet. Ik heb zelfs geen stembiljet aangevraagd (buitenland, hè). Ik wens geen 1/65000e bij te dragen aan een zetel voor een van die 28 kiesbare partijen. Ja, dat is je stem waard: ongeveer één vijfenzestigduizendste van een kamerzetel. En zelfs dat minuscule zetelaandeel geef ik, door het totale gebrek aan partijvertrouwen, nog liever aan de schoonmaakster van dat rode fluweel dan bijvoorbeeld aan de Niet-Stemmers-partij.
Nee, ik zweef niet meer. Ik sta al lang weer met beide gedesillusioneerde benen op de grond.
So sue me.