A fish called Wanda. Or: Wandas. Want geboren in maart heb je nu eenmaal het sterrenbeeld ‘vissen’ en dat is meervoud. Dus wordt het ook automatisch finding Nemos. Of Nomes. Als in No Me. Geen ik.
Genoeg blogs over de mama, de echtgenote, de vriendin, de collega, de buurvrouw, de dochter, de mantelzorger, de supervrouw met 1000-dingendoekje, behalve-ikke-maar-ik-mag-er-echt-wel-zijn. Geen “me” in the middle, maar raad eens? Het interesseert me geen f*ck.
Na zes dagen lang innerlijk oorlog te hebben gevoerd met een dreigende ischias, die me daadwerkelijk horizontaal leek de te krijgen, heb ik nu weer wat nieuwe inzichten verkregen. Als in hoop. Hope, hope, fallacious hope.
Vergeet het maar. En tegelijkertijd: maak er het beste van. Want dit is wat het is. Eat it. Toegegeven, met een bad, een zonnebanksessie en m’n camoufleerstick van het Kruidvat, kan ik er nog wel een jaar of drie afsnoepen. Maar na een pijnbad van zes dagen, een let-it-go-houding van 100 op de schaal van Richter en een selfie in plain daylight, slaat het besef me vol in het gezicht met de kracht van een hamerhaai.
Vrouw toch. Al die zoektochten naar het innerlijke zelf. Het “moeten” bewijzen dat we toch écht alles kunnen, alles doen, alles durven. Nou moe…
Nee, dan ik. Ik zit hier met mijn Klein Avontuur (lees: een groot glas rosé) om ver na middernacht achter de laptop. Eigenlijk had ik uren geleden fris gewassen in m’n korf willen liggen. Eerder op de avond had ik de positieve gedachte dat ik met mijn pas genezen rug best morgen weer aan het werk zou kunnen.
Onverwacht liet Wederhelft echter verstek gaan als begeleider voor de beroepenavond van jongste zoon. En (zoals verwacht en geheel vanzelfsprekend) nam ik de honneurs waar. Binnensmonds tegensputterend, want drie uur stilzitten op een houten stoeltje is So. Not. Me. Waarbij deze actie ook niet bevorderlijk was voor mijn nog beurse ruggengraat en mijn toch al creperende humeur.
Want vanavond had ik me innerlijk en uiterlijk uitgebreid willen voorbereiden op morgen. Op mijn comeback in de werkende maatschappij, als herrijzende feniks – alle geurende oliën en wuivende haardossen incluis. Met een fris gescrubd huidje en geëpileerde wenkbrauwen boven stralende ogen. U raadt het. Dat is niet gelukt. Jongste zoon sleept me ad hoc mee naar school. Op m’n Scapino sport boots, in mijn eigen ongeverfde vel en kapsel à la 50tintendonkerderwantnietgewassen. Uitgerekend school. Waar veel, heel veel, andere ouders aanwezig zijn. Die op z’n minst de borstel nog door hun haren hadden gehaald. Nu weet ik het weer. Ik ben niet de Enige Ouder Op Aarde.
Eenmaal uit mijn as gekropen, kom ik tot de conclusie dat ik eigenlijk helemaal nergens last van had deze avond. Alleen van wat priemende blikken in mijn rug. En och, dat is niets vergeleken bij de afgelopen zes dagen.
I found Me. No offence.
With love,
Wandas
Ik heb, geloof ik, een vette joint of een hele fles wijn nodig om de kronkels in deze tekst te begrijpen. Maar: dit zal ook wel zijn ‘hoe’ vrouwen denken. Interessant in ieder geval!
Je doet in ieder geval een poging, chapeau!?