EDIT/CORRECTIE 13-05-2017:
In onderstaande blog wordt het adverteren van de Volkskrant op de pornosite Xhamster aangehaald. Dit blijkt een simpele edoch prachtige fotofuck te zijn van Digital Artist @Yamapama. Zie ook dit artikel in de Volkskrant zelf.
Niet waar dus: nepnieuws. Ik blijf echter bij mijn stelling: het is hypocriet om achteraf te zeggen dat je als adverteerder niet wist waar je advertenties uithingen. Iedere marketingmanager van een marketingafdeling (die ieder groot bedrijf heeft) weet dat hij met het gecontracteerde marketingbureau duidelijk moet coördineren, waar en hoe geadverteerd wordt, welke mediaplatformen ingezet worden. Weten = meten.
Ophef is leuk. Ophef is gewoon altijd goed. Want: views! Tumult levert clicks op. Net als seks. En: negatieve aandacht is ook aandacht. Zeker in de huidige online mediawereld. Ik kan me dus voorstellen dat de views en clicks op GeenStijl de pan uitrijzen, ook al vinden betrokkenen aldaar het tumult momenteel ‘officieel’ niet zo heel erg grappig.
Over het manifest met de oproep aan GeenStijl-adverteerders hoef ik het niet meer te hebben. Iedereen weet inmiddels wel wat erin staat en wat er gaande is. Zo niet, lees er nog even deze open brief in de Volkskrant op na.
Waar ik momenteel meer over val, is de hypocrisie in dit hele theaterstuk.
De hypocrisie van de adverteerders in kwestie, welteverstaan.
Natuurlijk is GeenStijl precies die site, die in het hierboven gelinkte Volkskrant-artikel beschreven wordt. Dumpert idem dito. Met die inhoud, intentie, insteek. Wat mij steekt is, dat die adverteerders nu een ‘Wir haben es nicht gewusst’-houding aannemen. Waar kennen we dat van?
Pas als een honderdtal vrouwen de stem verheft, kijkt men eens rond, waar men eigenlijk zoal adverteert.
“Oh echt? Staan wij dáár op? Oh, nee dat kan echt niet…”
Na jaren van quasi harmonieuze sponsoring en adverteren op GeenStijl & co. (want door de vele reeten een groot bereik met lekker veel click-throughs) wordt de advertentiekraan voor die ene specifieke, nu toevallig onder vuur liggende site plotseling dichtgedraaid. Maar op andere sites, die nét zo seksistisch, racistisch, pornografisch, vrouwonvriendelijk en weet-ik-veel-wat zijn, gaat het adverteren gewoon lekker door. Neem bijvoorbeeld de pornosite ‘xhamster’; daar staat de Volkskrant zelf nog te gloren.
En waarom ook niet? Het zijn stuk voor stuk sites die door de ‘doorsnee bevolking’ blijkbaar meer dan goed bekeken worden. En ook sites die in de ogen van bepaalde kijkers en lezers misschien abominabel en mensonterend zijn, hebben de vrijheid om te roepen wat ze willen, zo lang het niet tegen de wet ingaat. Is het wel strafbaar, zijn er weer andere wegen om daartegen op te treden. Zowel gelukkig als helaas is het internet zo vrij.
Als je een site in de openbare ruimte van het (nog, maar op deze manier waarschijnlijk niet lang meer) vrije internet echt weg wilt hebben, dan rest je niets anders dan heftig tegen de inhoud zelf te ageren. Natuurlijk word je dan afgeslacht door de – meestal anonieme – reaguurders en de redacteuren aldaar. Soit, het overgrote – doorgaans heel verstandige – deel van de bevolking weet best door het ‘daar moet een piemel in’-geroep van overjarige pubers heen te kijken. En zelfs reaguurders blijken ‘in het echt’ veelal schrikbarend normale mensen te zijn, die wel eens naar de Efteling gaan of belastingaangifte moeten doen. Zij blijven dus een belangrijke banner-doelgroep, hoe je het (ze) ook draait of keert.
Echter, de adverteerders aanspreken en oproepen dat ze zich terug moeten trekken, staat in principe gelijk aan iemands baas bellen en zeggen: “Weet jij wel wat jij daar voor werknemer hebt? Die doet dit en dat en zus en zo! Die moet jij ontslaan!” Alsof de werkgever niet zelf in staat is om te beoordelen wat voor vlees hij in de kuip heeft. Het lijkt op een stel kleine kinderen, waarbij de één tegen de ander roept ‘dat ie geen vriendjes meer mag zijn met dat kindje, want dat kindje is stóm!’
En dát is wat mij stoort. Ik denk namelijk dat al die adverteerders héél goed wisten, waar hun advertenties en banners uithingen. Verschuilen achter bemiddelende mediabureaus is makkelijk. Alleen nú is er ophef over één van die ‘gevoelige plekjes’ en dan wordt het plots lichtelijk ongemakkelijk. Pas dán wordt de keutel ineens weer ingetrokken. Want ieuw. Alsof je urenlang lekker met een stinkende drol hebt zitten spelen en er dan ineens achterkomt, waarmee je eigenlijk aan het spelen bent.
Zég als adverteerder dan verdorie bij voorbaat tegen je media- en marketingbureau met welke sites je niet geassocieerd wenst te worden? Ga niet achteraf janken dat je dat allemaal niet wist? Want dit is hypocrisie ten top. Helemáál als je in de coulissen gewoon lekker doorgaat met adverteren op gelijksoortige sites.
Ik geloof overigens ook niet dat deze ‘actie’ blijvend resultaat zal hebben. Het is slechts een ‘voorlopig terugtrekken’. Tot de storm is gaan liggen. Als het zingen in de kerk klaar is, keert men gewoon weer terug. Want advertentiemakelaars, middle men en mediabureaus en zo. Maar vooral: bereik! GeenStijl en Dumpert overleven ook dit echt wel, mét behoud van dat heerlijk grote bereik. En een groot bereik is voor ieder gezond commercieel denkend bedrijf nu eenmaal way too sexy om voorgoed links te laten liggen. Willens én wetens.
Want:
Views = clicks.
Clicks = money.
Money makes this – sometimes rotten but still free – world go round.
Of je nu wilt of niet.
En ‘Reet me’ is slechts het nieuwe ‘Lik m’n Reet’.
Overigens, beste adverteerder: mocht u nu tóch op zoek zijn naar een site met een iets minder groot bereik, die wél bij uw product past, klik dan hier. Of hier. Of op één van de andere HoeMensenDenken-sites.