Tijdens een zoveelste strooptocht in mijn kast op zoek naar iets draagbaars kom ik een vergeten blousje tegen dat me altijd waanzinnig goed stond. Al jaren oud en nog steeds niet versleten, en surprise: het staat nog steeds goed. Ik kocht het destijds via een webshop waarvan de catalogus altijd op veel gekwijl kon rekenen. Prachtige foto’s, prachtige mensen en, oké, niet zo prachtige prijzen.
Maar, dat moet gezegd, ik kom in mijn kast nooit een verdwaald Hennesje van zes jaar geleden tegen dat ik nog steeds met goed fatsoen naar mijn werk aan kan. Blij constateer ik een half uur later dat de webshop nog steeds bestaat en sla driftig aan het shoppen. En hoewel ik bij lange na niet meer zoveel leuks zie als vroeger, scoor ik een paar hele mooie dingen en bestel er meteen wat lingerie bij.
Levertijd een week, dus het grote wachten begint.
Vandaag vond ik bij de post een briefje dat mijn pakket bij de buren is bezorgd en blij stuiter ik na een kort bezoekje met de enorme doos naar huis. Het heerlijke gevoel van weelde en schoonheid in een doos. Alles prachtig verpakt met vloeipapier en de lingerie in een chique tasje. Het uitpakken is een feest en de schitterende zomerkleuren lachen me tegemoet.
Het genieten houdt maar kort stand.
Het leuke nachthemdje dat bij mevrouw 1.80m, blond, tiet en zandloper écht sexy stond, ziet er bij mij uit als een kuitlange soepjurk. De BH’s zijn in cupje B prachtig, in cup “iets groter”, nou…niet. De broeken te strak, de vestjes te groot, de prachtige blouse vormloos en het hemdje te laag uitgesneden. De stapel “afgekeurd” groeit en de “dit hou ik” stapel telt uiteindelijk welgeteld één knalroze onderbroek.
Jawel, van dat wat mijn nieuwe garderobe moest worden, hou ik één (1!) onderbroek over! Daar kan ik toch verdorie niet mee naar mijn werk? Hoe moet dat nou met die zakelijke/sexy/ikweetprecieswaarikmeebezigben look als er maar één luizige onderbroek overblijft.
Met een diepe zucht tape ik de kartonnen doos weer dicht en smijt hem even later op de balie bij het postkantoor.
“Zo zo, grote doos, mevrouwtje!” En ik denk zuchtend: dat is álles aan mij meneertje.
Ik lach echter vriendelijk en weer thuis leg ik mijn prachtige nieuwe onderbroek plechtig in de la en de ‘wapperende blonde manen en wuivende palmbomen’ catalogus bij het oud papier.
En stiekem ben ik dankbaar: als ik daadwerkelijk alles leuk had gevonden, had ik het nog niet kunnen houden. Want hoe fijn het me ook lijkt om dé look te vinden die me laat stralen van zelfverzekerdheid, een maandsalaris eraan uitgeven gaat me toch écht te ver.
Op naar de Hennes dan maar. Waarom zou je zes jaar in dezelfde blouse willen lopen, tenslotte…