1 augustus 2017, 12:11h
“Mam, breng je ons nu eindelijk naar ’t zwembad?”
“Ja, schatje, één moment. Even dit nog afmaken.” Ik zucht. Stress. Werk. Zorgen. Teveel aan mijn hoofd. Veel te veel.
Ik adem diep door, klap mijn computer dicht, graai de autosleutels van het kastje en spring in de auto. Dochter voorin, zoon op de achterbank. Buiten is het 38°C, in de auto nog veel heter.
Ik draai het 4m brede slingerweggetje naar het dorp op. Aan weerskanten van de berm hoog, niet te overzien gras. Ik rij goed aan mijn kant; ik ken deze bochten. Mijn nog onzichtbare tegenligger, een grote SUV, blijkbaar niet. Hij rijdt midden op de weg, zelfs deels op mijn toch al zo smalle weghelft. En veel te hard.
In een flits zie ik wat er gaat gebeuren als ik niet onmiddellijk ingrijp. Een frontale crash. 110km/u (minstens) tegen 80km/u. Op een landweggetje. Ik rem, stuur abrupt de berm in en kom net voor een paaltje tot stilstand. Ik weet dat de kinderen gegild hebben, maar ik heb het niet bewust gehoord. De tegenligger is met volle vaart doorgereden. Het was een metallic-grijze auto, vermoedelijk een BMW, maar het ging zó snel…
Ik draai mijn auto weer de weg op. Alles is nog heel voor zover ik kan zien en voelen.
“Mama, als je nou niet zo razendsnel het gras ingereden was, waren we dan nu dood geweest?”
“Misschien. In ieder geval had je dan de airbag mogen kussen,” grap ik, met het hart nog steeds in de keel. Omwille van hen slik ik mijn schriktranen weg.
Ineens zijn al die zorgen, al het gedoe en geregel, alle problemen en juridische shit weer even heel nietig en onbelangrijk geworden. Hoofd leeg. Daar was dit incident dan wel weer goed voor.
1 augustus 2017. 13:01h
En doorrrr. Het mag nog.
Dank, beschermengel.
Zo snel gaat het.
Zo eindig is het.
Tegelijkertijd verschenen op: LouTerLou.me