Ik had net een stuk geschreven over het – naar mijn idee – lichtelijk doorgeslagen identiteitsdebat, toen een neonazi in Charlottesville inreed op een groep tegendemonstranten. Opeens voelde het ongepast wat ik geschreven had, dus dat stuk volgt later wel. Als er geweld in het spel komt, wordt de discussie sowieso doodgeslagen, in dit geval letterlijk. Dan moet je een sarcastische of cynische toon even achterwege laten, al is dat best moeilijk dezer dagen.
Nazi’s marcheren openlijk door de straten in de VS, dat is al nauwelijks te bevatten. En nu zijn er een dode en een flink aantal gewonden gevallen. De president, you know who, deed na veel vijven en zessen schoorvoetend afstand van het rechts-extremistische geweld [aanvulling: en heeft dat inmiddels alweer teruggenomen ook!]. Elke daad van geweld hoort altijd direct en zonder omhaal veroordeeld te worden, ongeacht de herkomst of het motief van de dader. Maar hier was er sprake van een president die zijn extreemrechtse aanhang te vriend wilde houden, of in elk geval die schijn wekte.
Die aanhang was er dan ook als de kippen bij om zijn (vermeende) steun breed uit te meten in de media. “Zie wel, we doen wat Donald ons beloofd heeft, we pakken ons land terug!” Ik keek ernaar en mijn bek viel open. Zoals John Oliver zei, dit is een omgekeerde Godwin: If you fail to mention Nazism, you lose the argument.

2017-08-13 Charlottesville Candlelight Vigil, Washington, DC USA. Photo by: Ted Eytan (Flickr, CC2.0)
Ook in Europa zijn inmiddels heel wat groeperingen die tegen de extreemrechtse ideologie aan schurken. Langzamerhand begint dat gedachtegoed terrein te winnen. Niet eens omdat veel mensen erop uit zijn om hele volksstammen uit te roeien, maar omdat politici en bepaalde opiniemakers vreemdelingenhaat aanwakkeren. Omdat er reële problemen zijn in de wereld, waar zij geen makkelijke oplossingen voor hebben.
Oorlogen worden niet beslecht, armoede en klimaatverandering in derdewereldlanden wordt niet bestreden en dictaturen worden in het zadel gehouden voor eigen gewin of gewoon uit pure onverschilligheid, waardoor grote hoeveelheden mensen op de vlucht slaan. In ons eigen land is er woningnood, werkeloosheid, schuldenproblematiek, de zorg is volledig uit het lood geslagen… allemaal als gevolg van falend overheidsbeleid. Alles wordt gemeten naar geld en productiviteit, we hebben economische modellen die uitsluitend op groei en de creatie van schulden zijn gebaseerd. Verspilling wordt niet tegengegaan, zolang het economisch voordeel oplevert (en dat doet het, want recycling draagt niet bij aan de groei van de economie) en menselijk welzijn is ondergeschikt, zeker voor zover het niet te meten is.
En waar menselijk leed optreedt, wordt gezocht naar een uitweg. Of een zondebok om zich op bot te vieren. Dat laatste is vooral een paradepaardje van machthebbers, zoals je kunt zien in bijvoorbeeld Iran en Noord-Korea. Maar nu is het hier ook weer aan de hand, ik kan er niks anders van maken. Mensen worden opgehitst tegen denkbeeldige vijanden.
“Beware! Je cultuur staat onder druk, de hordes komen en zullen je onder de voet lopen. Zij pikken de banen en de huizen in, ze zullen hun normen aan je opdringen, je dochters onteren, ze vreten de ruif voor je voeten leeg en er zal niets voor je overblijven!”
Ik snap best dat wanneer je leven in elkaar stort door werkeloosheid of schulden, je een snelle oplossing wilt. Wat ik niet snap, is dat je die oplossing zoekt in het verketteren van hele bevolkingsgroepen. Of de economie wel of niet goed draait is grotendeels de verantwoordelijkheid van de overheid, die daar zinnig beleid voor de lange termijn op moet voeren. Er zíjn geen snelle, makkelijke oplossingen voor de globale problemen van dit moment. Als je denkt dat problemen weggaan door het weren van migranten en/of andere groepen die jouw cultuur niet delen, dan steek je je kop in het zand. En dat is precies het probleem met (extreem)rechts. Dumb as a donkey*.
Vluchten kan niet meer. Ik zou niet weten waar.
Schuilen alleen nog wel, schuilen bij elkaar.
* Verwijzing naar…wie het weet, hoeft het niet te zeggen.