De laatste tijd ben ik wegens bedrijfsmatige drukte niet zo van de actualiteiten, dus het laatste nieuws over de loser-studentenvereniging Vindicat kwam hier ook net pas binnen. Het is alweer een dikke week oud. Ik las het bericht alsnog, met snel stijgende verbazing. Bestaat dat stelletje studioten van het georganiseerde dronkenschap dan werkelijk nog? Zijn ze nu nog steeds niet aan hun eigen aangezopen zwakzinnigheid ten onder gegaan?
Je zou immers denken dat er inmiddels in heel Nederland geen enkele student meer te vinden is, die überhaupt nog bij zo’n vereniging wil horen. En dat ieder zichzelf respecterend bedrijf wel tien, wat zeg ik, twintig keer nadenkt voordat iemand, die tot zo’n zootje ongeregeld heeft willen behoren, überhaupt wordt aangenomen. Want zeg nu zelf, wie wil er nog vrijwillig met zo’n vereniging van bekakte, bangalijstgeilende en oversekste profzuipers geassocieerd worden?
En even het grotere plaatje bekijkend: is het concept van studentenverenigingen in zijn geheel niet een beetje (erg) achterhaald? In mijn tijd – ja ja, oma spreekt – waren studentenverenigingen nog waardevol voor je ‘netwerk’. Ons-kent-ons was nog een middel tot een doel. Maar ook toen waren er zat studenten die het hele gebral van die georganiseerde incrowd absoluut niet zagen zitten. Ik was er één van. Ik heb gestudeerd in Utrecht (Internationale bedrijfseconomie) én Amsterdam (organisatiekunde/-sociologie) en in beide steden en bij beide studies paste ik ervoor om me eerst lekker te laten schofferen en kleineren om ‘er maar bij te mogen horen’. Geen studentenverenigingen voor mij, dank je de koekoek.
Oh, ik heb echt wel ontgroeningen ondergaan. Ik heb bijvoorbeeld gefierljept over de Utrechtse stadsgrachten. En bij iedere waterlanding (en dat wás iedere landing, wegens preparatie c.q. sabotage van de paal) moest er een glas Jägermeister in. Ik heb beschamende toga-party’s en nachtelijke droppings in Amsterdam doorstaan. Ik heb na de ontgroeningsweek een uur half-slapend onder de douche gestaan om de modder en het bier uit mijn oren te krijgen. Maar het was – en bleef – leuk. De grenzen qua acceptabele zelfkwelling werden nooit overschreden. En ook degenen die pertinent weigerden een ‘commando’ uit te voeren, werden gewoon geaccepteerd. Een weigering was immers óók een teken van een sterke wil en persoonlijkheid.
Zo niet bij studentenverenigingen. Je vreet, doet en zuipt. Op commando. Je belastert en beschaamt jezelf zoals je opgedragen wordt. Dan word je geaccepteerd en vreet, doe, zuip, belaster en beschaam je gewoon lekker verder. Waarvan akte: de Sushi Mall in Groningen moest dicht vanwege het nodige puinruimen na een bezoekje van die volledig doorgesnoven Vindicat-studioten. Puin dat door een groot aantal poezelige studentenhandjes en -voetjes die wederom aan straalbezopen bier- en wijnlijken vast zaten, veroorzaakt was. Maar: ‘…het was beter dan vorig jaar, toen liepen heel veel weg zonder te betalen’. Nou fijn dan. Gewéldig, die gedragsverbetering. Wat mij betreft sluiten ze ze allemaal een paar maanden op. Een strafblad voor plundering, vernieling, mishandeling, aanranding en openbaar dronkenschap. Laat ze dán nog maar eens aan een baan komen.
Overigens heeft een manager van Sushi Mall zich nu ineens aan ’t woord gemeld. De mededeling: ‘Er is geen probleem geweest met de Vindicaters’. Nee, natuurlijk niet, er was enkel een probleem met rondrazende Vindi-katers. En de puinresten en de vernedering hebben de Japanners, snel als ze zijn, stoïcijns ‘weggewerkt’. Opvallend genoeg wenst de betreffende bedrijfsmanager zijn naam niet te noemen. Ben ik nu raar dat ik vermoed, dat die man de afgelopen week een flink potje intimidatie heeft mogen ondergaan en nu – om verdere vernielingen of represailles te voorkomen – doet alsof het allemaal helemaal niet zo erg was? Zijn we al zó ver gekomen? Als dat werkelijk het geval is, moeten we het begrip ‘studentenvereniging’ misschien maar omdopen tot ‘studentenmaffia’.
Misschien krijg ik nu half studentikoos Nederland over me heen omdat ik alle studentenverenigingen gemakshalve over één kam scheer, maar dat zal me eerlijk gezegd worst wezen. Ik ga op de 50 toe, ben zelf eigenaar van twee, binnenkort misschien zelfs drie bedrijven en ik sta zeker niet op een of andere bangalijst (want: bij voorbaat te oud en te dik), dus ik ben er niet bang voor. Kom maar op.
Ik weet wél dat ik mij, mocht ik bij een sollicitant het lidmaatschap van een (van de grote) studentenvereniging op zijn/haar CV ontdekken, minstens drie keer achter mijn oren zal krabben eer ik diegene überhaupt uitnodig voor een gesprek. Studentenverenigingen hebben wat mij betreft al lang en breed karakterzelfmoord gepleegd. Het enige waar ze ooit daadwerkelijk écht effectief in zijn geweest.
Zoonlief is dit jaar na een dag uitgestapt tijdens de ontgroening in Utrecht. Hij kon het allemaal wel aan maar hij vroeg zich af waar hij nou helemaal mee bezig was. Ik vond het groots van hem.
Vind ik ook! Zoals ik zei: weigeren aan idioterie onder groepsdwang mee te doen, is ook een teken van een sterke wil. Was dit de ‘normale’ stadsontgroening of echt eentje van een studentenvereniging? De ontgroeningsweek van de stad Utrecht zelf (ja, ‘de stad’ deed dat in mijn tijd 🙂 – nu ook nog?) vond ik heel leuk en prima te doen. Eigenlijk alleen maar een hoop lol. De studenten van de studentenverenigingen liepen er heel anders bij, destijds… (als in: op, gesloopt, chagrijnig, etc.)