Amsterdam, 21 september 2017
Lieve burgemeester van der Laan,
Even twijfelde ik hoe ik u moest aanspreken. ‘Beste’ klinkt zo afstandelijk en doet geen recht aan de huidige situatie. ‘Geachte’ is zulk ‘ambtenaarsjargon’ en past totaal niet bij u. Dus ik besloot uw aanhef aan ons Amsterdammers maar te kopiëren. Het voelt nog wat onwennig, ‘de burgemeester’ met ‘lieve’ aanspreken, alsof ik bij u aanbel voor een kopje koffie. Maar het voelt ook wel heel fijn vertrouwd. Als ik u namelijk om één ding bewonder, is het dat u de taal van elke Amsterdammer lijkt te spreken.
Gisteren stonden er een heleboel Amsterdammers voor uw deur. Positief, respectvol een laatste eerbetoon. Ze zongen zelfs voor u. Ik hoop dat u ervan heeft genoten.
Ik wil even excuses maken voor mijn collega’s van HoeMannenDenken. Ze schreven een brief uit uw naam, maar ze kunnen zich duidelijk niet zo goed in u verplaatsen. Ze zijn vast geen Amsterdammer en hebben niet begrepen hoe begaan wij zijn met u en dat wij u graag persoonlijk wilden bedanken. Daar heeft u tenslotte meer aan dan een aantal kransen na uw dood. Een mooi moment, een mooie herinnering. ‘Aan de Amsterdamse grachten’, nu het nog kan.
Amsterdam was in mijn jeugd de grote stad waar ik vanzelfsprekend zou gaan wonen. Ik ging er studeren, wat omzwervingen volgden, maar ik kwam altijd terug. Ik zie wat er gebeurt met de stad. In de jaren negentig ging het bij een wisseling van burgemeester van heel vrij naar heel strikt. Schelto Patijn nam het stokje over van Eduard van Thijn en besloot de stad aan banden te leggen. Regeltjes, opruimen, geen gezelligheid op straat, weinig nieuwe initiatieven, Amsterdam werd er niet gezelliger op. Daarna volgden nog een aantal burgemeesters, die wel wat verschil maakten maar niet zoveel verschil als u.
Sinds u burgemeester bent, leeft de stad weer echt. U laat zich niet bang maken en geeft de voorkeur aan levendigheid in plaats van controle. Contact met alle Amsterdammers, tussen de mensen en geen ambtenarij die in ivoren torentjes allerlei goede plannen bedenkt zonder aansluiting op het volk.
Ik heb u een paar keer in het echt meegemaakt. Uw toespraken zijn altijd to-the-point en zijn niet rechtstreeks overgenomen uit een NLP-boekje zoals die van bijvoorbeeld Mark Rutte. U blijft menselijk. En ook tussen die toespraken door maakt u een praatje met iedereen.
Ik blijf u aanspreken met burgemeester, het is even wennen dat u dat niet meer bent. Ik hoop dat u het stokje kunt overdragen aan iemand die net zo begaan is met de Amsterdammer en met mensen als u. En ik wens u ondanks alles nog een mooi leven. Want dat is gelukkig nog niet voorbij. Dank u wel voor alles.
Vaarwel,
Annemarie Libbers
(https://www.facebook.com/ranhgyll.barnaart/videos/10156497273991729/)
Mooi.
Dank je
Dank je Annemarie. Ik vond de brief van de mannen ook zuur en ben ervan overtuigd dat onze burgervader er niet zo over denkt. In de reacties werd ook nog even gesneerd naar ons import volk. Alsof wij niet van de stad houden! Amsterdam is meer mijn thuis dan mijn geboortestad en ik woon er trouwens ook al langer.
Daarbij is de man ook nog mijn bovenbaas en zal ik hem als zodanig extra missen.
Dankjewel, fijn om te horen.
Karin en Annemarie, ik ben het helemaal met je eens! Met twee ‘geboren Amsterdammers’, zoals Job venijnig mijn kinderen noemde, voel ik mij inmiddels even diep geworteld in Amsterdam als Eindhoven.
Bovendien verdient Eberhard mijn respect, al gaat het enkel om hoe hij optrad direct na het Robert M gebeuren. En al haat ik voetbal, was zijn repliek op de uitjouwende Ajacieden geniaal en typisch Amsterdams (als je het deze Brabantse kolonist vraagt).
Dank je Laatbloeier