Mijn zoon is net als ik. Zodra de luiken dicht gaan, beginnen onze hoofden van alles te roepen. Wat er nog moet gebeuren, wie we nog moeten bellen, welk huiswerk wanneer, etc. Dit jaar zit hij in de eerste klas van de middelbare school en komt er nogal veel op hem af. Huiswerk, leren plannen, nieuwe klas, nieuwe leerkrachten, huiswerk, nieuwe school, thuis een ritme vinden en oh, zei ik al huiswerk? Jemig, wat moeten die kinderen toch veel doen, ongelooflijk.
Gelukkig is mijn zoon gemotiveerd om goede cijfers te halen. Zijn zus zit nu in de derde klas en heeft het best zwaar gehad de afgelopen twee jaar en zo ook ik. Ruzies over slechte cijfers, over lakse houding, over frustraties. En elke keer kom ik er weer achter dat die ruzies met onmacht te maken hebben. Mijn onmacht, als moeder aan de zijlijn en die van haar, als leerling die het maar niet redt.
Met haar broer ga ik het anders aanpakken heb ik in de zomervakantie besloten. Ik speel vanaf nu de Buddha wat betreft huiswerk en cijfers. Of, zoals hij zelf zegt, wanneer ik weer sta te panikeren om iets (en dat gebeurt dagelijks wel een paar keer): “Hou de rust, mam!”
Ik heb hem vorige week een boekje en een pen gegeven. Die moet hij op zijn nachtkastje leggen. Ik heb uitgelegd dat wanneer hij wil gaan slapen, maar zijn hoofd wakker is, hij de dingen die hij bedenkt meteen op moet schrijven. We gaan daar dan de volgende ochtend naar kijken.
Nu zijn we nog maar net begonnen met dat ‘slaapboekje’, maar het werkt al wel. Simpel edoch effectief. Daarnet zat ik even bij hem en begon hij over een boekverslag wat over vier weken af moet zijn.
“Schat, vier weken, dat is lang hoor. Enne, schrijf maar op!”
“Nee, vier weken zijn zo voorbij mama! Ik wil goede cijfers halen.”
“Ja, ik snap dat je het goed wil doen, maar wat gebeurt er nu helemaal als je een onvoldoende haalt?”
Eigenlijk durfde ik de vraag niet te stellen, bang voor het antwoord: “Dan wordt jij boos, mama!” omdat hij dat al zo’n twee jaar lang heeft mogen aanzien bij zijn zus.
Wat hij zei was verrassend.
“Dan word ik alleen maar gemotiveerder om harder te werken. Dat heb ik namelijk ook als ik verlies met voetbal.”
“Oh, nou, dan is er helemaal niks aan de hand. Stel je voor dat je alles goed zou doen zeg, zo saai. Nooit fouten maken, niks leren, nee, dat is het ook niet dus, hè?”
“Geen zorgen mam, ik ga gewoon lekker veel onvoldoendes halen.”
Wat een slim kind, die zoon van mij.
Hem hoef ik niks meer uit te leggen.
Hij míj nog wel.