
bron: pixabay.com
Kwijlend heb ik ze gelezen. De boeken van de Bouquet-reeks. De Bouquet-reeks, een aaneengesloten onderhoudsvrij systeem, voorzien van een fors geschapen laad-indicator, was de accu waarop mijn liefdesleven ooit probleemloos en met een hoog toerental draaide.
Bruut en meedogenloos liet iedere man je pagina’s lang smachten naar zijn mond die bitter en zoet smaakte, naar zijn lijf dat zich als een veiligheidsgordel om jouw lichaam sloot.
En ik ontdek, nu ik wat ouder ben, dat mijn reeks mannen naadloos in deze beschrijvingen past. Wanneer we zomaar wat titels googelen, kom je toch aardig in de buurt van mijn vroegere liefdesleven. Onweerstaanbaar Anders. Misleidende Minnaar. Gevangen in Verlangen. Kussen uit Wraak. Onverbiddelijke Minnaar. Ik noem zomaar even een paar titels…
Zo’n Bouquet-reeks is in alle opzichten een redelijk natte bedoening. Er vloeien heel wat tranen, er spuiten nog meer liefdessappen en er vallen nogal wat glazen om. Vaak over stevige, ronde borsten, door onoplettende mannen, die – in eerste instantie – de hoofdpersoon met het fijne gezichtje, de lieflijke hals en de schattige schelp-oortjes niet opmerkten, en haar vervolgens nog 84 pagina’s lang volledig negeren. Om op pagina 85 tot de conclusie te komen, dat zij het enige origineel bijvoeglijke naamwoord is van zo’n 85 volgeschreven pagina’s. Honderden heb ik er ooit gelezen.
In de daarop volgende jaren, heb ik ter compensatie, alle liefdes-sonetten van Herman Gorter en William Shakespeare gelezen, maar het mocht niet meer baten. Want wees eens eerlijk, welke man spreekt meer tot de verbeelding?
“One day, I wrote your name upon the beach, but came the waves, and washed it away. Again, I wrote it with a second hand, but came the tide and made my pains its prey…”
of…
“Hij heeft de uitstraling van een jonge hond, maar zijn ogen verraden zijn mannelijke arrogantie en kracht. Deze man is gewend te krijgen wat hij wil…”
Ik bedoel, val je voor de zachtaardige dichter, die volhardend zijn liefde betuigt in wanhopige pogingen om een gedicht voor je te schrijven, of val je voor een arrogante jonge God, die (ik citeer) “zijn trotse krijger in je liefdesgrot laat verdwijnen?”
Mijn keuze had ik destijds snel gemaakt. Alleen, waarom blijf ik op de een of andere manier mijn hele leven al op pagina 84 hangen?