
bron: pixabay.com
Over 10 minuten moet ik op het schoolplein staan om mijn zoon op te halen. Met alle stoplichten mee, haal ik dat net. De basisschool is gehuisvest in een oude statige villa, waar onlangs met veel smaak een soort glazen kubus tegenaan is geplaatst. Het heeft ongetwijfeld veel geld gekost, maar dat is volop aanwezig in het dorp, een chique gemeente. En daar vertoeft mijn kind. Tussen keurig opgevoede kindertjes, die nooit schreeuwen, want dat doen de kleuren van Benetton al. En hij doet, net als mama, alsof dat de normaalste zaak van de wereld is.
De meeste moeders op het schoolplein kennen elkaar ruim voldoende. Velen hebben goedbetaalde banen en rijden dagelijks weg in te zware landrovers of op slingerende bakfietsen. Anderen zijn getrouwd met maatschappelijk geslaagde mannen en hebben zelf een eigen bedrijfje aan huis. Ze werken het liefst via persoonlijke contacten. Zo kun je bijvoorbeeld je te koop staande huis, waar nog steeds geen kip naar is komen kijken, op laten pimpen door een interieur-styliste. De interieur-styliste, of voor mij gewoon ‘de moeder van Dirk-Jan’, maakt dan een afspraak, ruimt vervolgens heel je huis op, laat een muur in een vreselijke kleur verven, eye-catcher heet dat officieel, en verschuift wat tafels en stoelen. Deze verkooppresentatie wordt je van te voren zichtbaar gemaakt door een creatief in elkaar geknutselde map. Het bedrag dat je moet betalen – dat verzekert ze je – verdien je dubbel en dwars terug in de waardevermeerdering van je opgeruimde huis met de fris rode en zomers gele muren. Gelukkig woon ik als enige in een huurhuis.
De moeder van Marie-Claire staat naast me op het schoolplein. Ze draagt peperdure kleding, met prachtige slippertjes, geborduurd met pareltjes. Afgunstig kijk ik naar de slippertjes, die ik stiekem hartstikke leuk vind. Ze woont in een echt kasteel, weet ik. Ze is creatief therapeut, vertelde ze laatst. Vorige week deed ze nog iets met Reiki, herinner ik me. Haar beroep lijkt maandelijks te wisselen, tegelijkertijd met haar menstruatie.
Ze volgt mijn blik, en kijkt vervolgens naar mijn voeten in de goedkope HEMA slippertjes. Ik wacht op haar reactie die opgewonden in mijn nek hijgt. “IEKS IEUW, je voeten zijn werkelijk helemaal zwart!” roept ze iets te hard over het schoolplein. Het klopt, mijn voeten zijn gitzwart van de tuinaarde. “Ik heb net in de tuin gewerkt,” verklaar ik trots. Ze begrijpt er niets van. Ik denk even na. Onze definities van in de tuin werken liggen waarschijnlijk ver uit elkaar. Natuurlijk zal ze af en toe best een leuke plant in een pot hijsen, maar ik heb net een stuk grasveld afgestoken, een lelijke conifeer omgelegd en de ontbindende drek uit het konijnenhok geschept.
Ik heb nog niet gedoucht, daar had ik geen tijd meer voor. Mijn lange haar zit in een woeste staart op mijn hoofd gebonden, vastgezet met wat speldjes van mijn dochter. Mijn hoofd is dus aardig bevolkt door lieveheersbeestjes en nog wat ongedierte uit het net schoongemaakte konijnenhok. Ik kijk naar de moeder. Ze heeft een fluweelzachte paardenstaart, en draagt een smetteloos witte blouse.
Ik voel me Assepoester. Ach en wee… Ik moet alles zelf doen. Ik heb geen tuinman, geen werkster en geen au-pair. Geen schoonheidsspecialiste of een dure kapper. Zelfs geen echtgenoot. Maar het is allemaal niet erg. Het is gewoon een kwestie van tijd. Met wat geduld komt er vast ooit een prins. Hij draagt een fonkelende slipper in zijn prinsenhanden, met echte pareltjes. Alleen de vrouw die de slipper perfect past, mag met hem trouwen. En dat ben ik! Mijn bevuilde voet zal moeiteloos in de slipper glijden. De steentjes zullen prachtig schitteren. Mijn voeten zijn plotsklaps de nieuwe eye-catchers. En met een beetje geluk, is de moeder van Marie-Claire tegen die tijd pedicure.