In De Groene Amsterdammer las ik een prachtig pleidooi van Stephan Sanders om minder te reizen. Ik juich zijn oproep van harte toe.
Als kind baalde ik enorm dat we altijd maar weer naar de camping in Assen gingen. Nou ja, ik vond dat ook wel leuk, maar ik hoorde over buitenlandse reizen van klas- en buurtgenootjes en dat wilde ik ook wel. Wij hadden daar het geld niet voor, dus stonden we jaar na jaar met een opgelapte tent en later met een draak van een caravan op die bewuste camping. Waarbij wij kinderen alsnog bij ernstige regenval op ons luchtbed ons tentje uitdreven en mijn moeder dan dagen zoet was met alles weer droog krijgen.
Mijn eerste reis naar het buitenland was op kamp met school naar de Ardennen, ik denk dat ik een jaar of 14 was. Pas 10 jaar later ging ik met een bedrijfsuitje naar Parijs. En mijn eerste echte vakantie was nog een paar jaar daarna; met mijn toenmalige vriend ging ik naar Spanje. Met de trein, 24 uur heen en 24 uur terug, want vliegen durfde ik niet. Dat was wel een magische vakantie trouwens.
Dat vliegen heb ik uiteindelijk wel 2 keer gedaan. Ik vond het verschrikkelijk en dat is een van de redenen dat ik nooit een globetrotter zal worden. Maar ik heb ook geleerd dat ik het echt vervelend vind om lang van huis te zijn. Na een week heb ik het echt gehad.
Inmiddels is het voor de meeste mensen wel bereikbaar om een buitenlandse reis te maken. Het wordt dan ook massaal gedaan, mede dankzij de extreem goedkope vliegtickets. Een zegen voor de vakantieganger, maar voor de bestemming gaat dat niet altijd op. In Amsterdam wordt geklaagd over de hordes (en terecht), maar de echte gruwelen vinden plaats in de meer ongerepte gebieden. Voor zover die niet al zijn aangetast door het parasiterend volk. Ja voor de plaatselijke economie is het natuurlijk fijn, hoewel het juist weer een probleem kan zijn als toerisme de belangrijkste inkomstenbron is. Sint Maarten is voorlopig echt het haasje, Egypte en Griekenland kunnen er ook over meepraten.
Met AirBnB wordt nu zelfs getornd aan het bestaansrecht van hotels. Oorspronkelijk een sympathiek concept, maar inmiddels helemaal kapot vermarkt. Ook woonwijken worden nu geterroriseerd door lachende huisjesmelkers en lallende toeristen. De vele Nutella- en kaaswinkels in Amsterdam zijn daarbij vergeleken minimale overlast.
Dan heb ik het nog niet eens gehad over de milieuschade van al die vliegbewegingen. De luchtvaartsector wordt zwaar ontzien doordat er geen BTW en accijnzen worden geheven, terwijl het de meest vervuilende manier van transport is. Dat snap ik echt niet.
Ik snap natuurlijk wel dat mensen er af en toe even tussenuit moeten. Maar moet je dan meteen een continent verder voor een beetje ontspanning? Met auto, bus of trein kom je echt ook een heel eind, dan krijg je nog wat mee van de reis zelf ook. Zoek je geluk gewoon wat dichter bij huis. Daar wordt de wereld echt een stuk beter van.
Helemaal mee eens mij maken ze ook niet blij met een vakantie naar verwegistan doe mij maar een reisje naar 1 van onze prachtige eilanden
Dus u vindt het allemaal niks en bent een thuisblijf-jankert want heimwee en daarom mag eigenlijk ook gewoon niemand het wel doen. Zo herken ik het grachtengordeldiertje weer. Betweters die vinden dat de rest van Nederland hen moet volgen (die dat overigens niet doen en er alleen maar om lachen)