Op een grijze dinsdagmiddag wurm ik mijn kleintje in de reismand. Er is niet per se iets mis, maar ik wil hem toch zo nu en dan even gecheckt hebben. Hij is zo oud en er mankeert het nodige aan hem. Permanent uitgedroogd volgens de doc. Hij plast inderdaad dagelijks de kattenbak zeiknat. En loopt vervolgens de inhoud door het hele huis heen, want hygiëne interesseert hem geen reet meer.
Zijn roze neusje is niet meer roze, behalve als ik er even werk van maak om hem schoon te vegen. Vindt ie niet leuk. Ik dien hem dagelijks laxeermiddel en pijnstillers toe. Zijn gebit is een drama, maar hij mag niet meer onder narcose want daar komt hij waarschijnlijk niet meer uit, schriel katje als hij is. Hij springt nog wel het raam uit of het aanrecht op, om vervolgens met zijn nattige smerige pootjes het hele huis door te banjeren. Hoe hij dat springen voor elkaar krijgt is me een raadsel, want hij zwabbert af en toe op zijn pootjes. Dus ik wilde van de doc weten of hij niet teveel pijn heeft.
De reis met de bus vindt hij ook geen feest. Eerst een stuk lopen natuurlijk en ik voel hem heen en weer slingeren in de mand. Gelukkig duurt het niet al te lang, want af en toe gilt hij een keiharde miauw door de bus. Met zijn stembanden is niets mis (helaas).
Op de tafel bij de dierenarts wil hij dan de mand weer niet uitkomen. Hij probeert er ook steeds weer in te kruipen, dat gefriemel aan zijn lijf is niet fijn. Maar de doc is lief en voorzichtig en het duurt ook weer niet erg lang. Hij is iets afgevallen, maar de vorige keer was hij juist ruim een halve kilo aangekomen dus het is nog niet ernstig. Ze komt tot de conclusie dat hij waarschijnlijk wel pijn heeft, de vraag is of de pijnstiller voldoende soelaas biedt. Ze kan het me niet zeggen, ik moet afgaan op zijn gedrag. Sterkere pijnstiller vindt ze geen goed idee, daar wordt hij maar high van en dat komt de levenskwaliteit ook niet ten goede.
De impliciete vraag hangt in de lucht, maar ik besluit hem toch echt weer mee te nemen. Ze geeft me een boekje mee over de laatste levensfase.
Thuis slaat de schrik me om het hart. Als hij de mand uit waggelt zakt hij door zijn voorpoten. O nee! Ik til hem op en druk hem huilend tegen me aan. Nu begrijp ik waarom ik hem heen en weer voelde slingeren in de mand; hij is niet blijven liggen natuurlijk. Stom beest. Voorzichtig zet ik hem op de grond bij een vers bakje voer, dat hij zachtjes grommend opeet. Als hij klaar is loopt hij weer normaal. Fieuw.
Maar ik zit nog wel een paar keer te janken die dag, want ik moet hier over leven of dood oordelen. Wanneer is het genoeg? Hij eet nog goed en is o zo aanhankelijk, ligt nu opgekruld naast me en elke ochtend word ik wakker met een paar kriebelende snorharen in mijn gezicht. Het boekje vertelt me niets nieuws. Ik heb allang met mezelf afgesproken dat op de dag dat hij niet meer uit zichzelf eet (na 1 dag niet eten treedt bij een kat al leververvetting op), we zijn laatste reis gaan maken. Nu is daar nog een criterium bijgekomen; als hij weer door zijn poten zakt, is het ook klaar. Maar voor nu kan de mand weer even in de berging.
Dit is zo herkenbaar en zooooooo moeilijk en verdrietig! Heel veel sterkte. Zorg ervoor dat je niet net te lang wacht, want dat vergeet je nooit meer.