Zondagochtend, vroeg mijn bed uitgemauwd door onze demente kater. Om te voorkomen dat hij de rest van de familie ook wakker maakt, sta ik op om hem eten te geven. Iets wat hij 10 minuten later weer vergeten is. Het lege zakje waarin zijn eten zat, het enige voer dat hij nog eet, mik ik in de afvalbak. Het is plastic en zou eigenlijk bij het plastic afval horen, maar die zak hangt in de trapkast. De zak sluit niet goed af en dat gaat stinken. Dus gaat het bij het restafval, zonder daar echt bij na te denken.
Ik ga op de bank zitten. Het is nog vreselijk vroeg voor het weekend, maar slapen lukt nu toch niet meer. Ik scroll wat door het nieuws, de wekelijkse moorden, aanslagen, schreeuwnieuws over debielen bij de PVV (is dat nieuws?). Oninteressant. Dan zie ik een kop en vooral een foto die wél mijn aandacht trekt. ‘Geen zee van rotzooi, maar een land van afval’ drijft voor Franse sluis‘. 250 TON (!) zooi drijft daar, het water is nergens meer te zien. Bij een vorige werkgever heb ik het een en ander geleerd over de plastic soep, gigantische eilanden van plastic in de oceaan. Dochter hield er een paar jaar terug ook een spreekbeurt over. Sinds die tijd, ja toen pas, scheiden we hier ook het plastic. Maar lang niet alles. Kan het gaan stinken dan gaat het de gewone bak in. En groen afval scheiden we alleen als het uit de tuin komt. Dan gaat het zo makkelijk de groene kliko in.
Maar de beelden van afval voor die sluis schudden me wakker. Op de één of ander manier veel meer, dan alle afbeeldingen van die plastic soup. Mensen zijn afgrijselijke viespeuken. En met z’n allen maken we onze wereld kapot. Een flashback van de dag ervoor brengt met terugwerkende kracht het schaamrood naar mijn wangen: Ik rij weg bij de supermarkt, dwars door een hoop plastic afval, waarschijnlijk uit een zak die voor het ophalen is opengescheurd. Alles ligt verspreid door de straat. Ik vraag me af waarom niemand dat opruimt, maar neem zelf ook niet de moeite om te stoppen. Niet mijn afval. En ik heb haast. Waarschijnlijk hetzelfde flut-excuus wat de rest van de voorbijgangers heeft gebruikt.
Mijn moeder hamert al tijden op het scheiden van afval. Zij is mede verantwoordelijk voor de halfwassen poging die we doen om plastic te scheiden. Erg serieus nam ik het alleen niet. Maar bij het zien van deze beelden is het me opeens heel duidelijk dat ze gelijk heeft. We moeten iets doen met z’n allen en het is ’t makkelijkst om te beginnen met iets wat binnen onze eigen invloedssfeer ligt. Bij het opstaan van man en dochter kondig ik aan dat we een nieuwe afvalbak gaan kopen voor in de keuken. Eentje met drie vakken. Ja, duur. Ja, neemt ruimte in die we niet hebben. Maar we gaan afval scheiden: groen, plastic en restafval. En nee, geen idee of er bij de afvalverwerking dan ook echt wat mee gedaan wordt; ik weet dat de meningen daarover zijn verdeeld. Maar dit is in ieder geval een begin. Dit is iets wat we zelf kunnen doen. Blijkt er toch weer een cliché te kloppen: Verbeter de wereld, begin bij jezelf.
Ik houd al jaren de buurt schoon van zwerfafval Mijn bijdrage aan
de maatschappij en een schonere wereld
Daar heb ik groot respect voor!
Geweldig! Ik ben helemaal blij!!
Ik leer het wel!