Mijn puberdochter is verliefd.
“Mam, ik ben echt verliefd!” deelt mijn dochter me stralend mee.
“Oh,” reageer ik onhandig. Ze ratelt door. Hij is heeeeeel leuk, en heeft prachtige ogen.
Ik kijk naar mijn dochter. Mijn verliefde dochter straalt.
Ikzelf daarentegen, ervaar het als een slopend proces wanneer ik verliefd ben. Verliefd zijn gaat bij mij gepaard met slapeloze nachten, wanneer hij er niet is. En slapeloze nachten wanneer hij er wel is. Nooit holt mijn lichamelijke en geestelijke conditie sneller achteruit, dan wanneer ik verliefd ben. Kringen onder mijn ogen van ernstig slaapgebrek, hartkloppingen, te hoge bloeddruk, eetstoornissen. Om maar niet te spreken van de volledige apathie en dementie waarmee dit alles gepaard gaat. Een pakje bakboter in het konijnenhok en een autosleutel in de koelkast zijn bij mij de eerste tekenen.
De malaise gaat op een gegeven moment zo ver dat je beiden de werkelijkheid een beetje uit het oog verliest. En dat, moet ik eerlijk toegeven, heeft de natuur slim bedacht. Zodat je, wanneer je uitgeblust, trillend, uitgehongerd, verslonst en volkomen weerloos in elkaars armen ligt, je elkaar toch vol overtuiging kunt zeggen, dat je de ander mooi vindt.
“Ik denk dat hij mij ook leuk vindt!” komt mijn dochter op het onderwerp terug. “Maar het schiet niet echt op! Ik bedoel, … hoe leer ik hem wat beter kennen?“ Ze informeert naar een oplossing.
“Misschien moet je het nog even afwachten?” probeer ik voorzichtig. Dat bevalt haar maar niets. Mijn dochter is in al die jaren toch wel op haar wenken bediend. “Mam, ik heb zo’n dorst, en jij staat toch al bij de koelkast…?”
Tja, een jongen die wel verliefd is, maar erg verlegen is en geen initiatief neemt, hoe los je dat op? Ik vraag mijn dochter of ze nog weet, wie haar als peuter heeft leren lopen. “Oma Riekie, mam! Weet je nog dat ze op mij paste? En dat jij uit je werk kwam en ik als verrassing naar je toeliep. Hoe verbaasd je keek?”
Ik herinner het me nog goed. Wekenlang had ik tevergeefs geprobeerd om haar te leren lopen, het was mijn grootmoeder in een paar dagen gelukt. Op mijn vraag hoe ze dat voor elkaar had gekregen, antwoordde ze wijs: “Jij ging achter haar staan zodat ze niet kon vallen. Dat werkt niet. Kinderen lopen naar je toe, nooit van je af.”
“Een relatie krijgen is eigenlijk net zoiets als leren lopen,” leg ik mijn dochter uit. “Je laat die jongen aan jouw handen, op jouw tempo, langzaam naar je toe lopen, terwijl je hem natuurlijk het gevoel geeft dat hij dat helemaal zelf doet.”
Het is stil. Mijn dochter laat het even bezinken.
“Ik denk dat ik het begrijp mam.” Ze draait zich om en gaat naar school.
Ik kijk haar na. En hoop met heel mijn hart dat ze niet zal struikelen.