Illumenium. Nog nooit van gehoord? Foei toch!!
Toegegeven: ik ook niet.
Tot ik op een recentelijke ochtend aangesproken word in het winkelcentrum. Een best aardig uitziende knul loopt op me af. Hij heeft een stapeltje van ‘iets’ in zijn handen, wat dunne boekjes lijken te zijn. Boekjes met veel vuur, een naar de maan huilende wolf en een Egyptisch symbool op de kaft.
“Do you speak English?”
Daar zul je het hebben. Vast weer een of ander reli-gekkie die mij iets over hel, verdoemenis en wereldondergang wil vertellen. Interessant! Misschien komt hier wel een mooie, blogwaardige story uit voort. Dus ik antwoord, vol verwachting: “Yes, of course!”
Aluminium
Het stapeltje blijkt te bestaan uit een aantal CD’s met een oversized A5-cover. Hij vraagt me of ik van rockmuziek houd. “Zoals Whitesnake en zo.” Ja, doe ik. Vooral van bijvoorbeeld Evanescence en Mötley Crüe. Maar toch eigenlijk ook wel van de geijkte ouwe-zakken-bands als de Scorpions, Guns ’n Roses en Bon Jovi…
“Yes, yes, but…” Blijkbaar wil hij dat allemaal niet weten: “Do you know US? Illumenium?”
Eh… nee. Sorry. Ik ken enkel aluminium.
Hij komt to the point. “Wij zijn een al best wel bekende rockband uit Estland en we produceren al onze CD’s en al ons promotiemateriaal helemaal zelf. Daarmee stappen we dan gewoon gezellig (?) op de mensen af om ze bekend te maken met onze muziek en vragen ‘ze’ om ons te steunen door een CD’tje te kopen.”
Aha! Ik snap ‘m. Ik ben ‘ze’.
Kapotte tourbus
“En hoe beland je, als ‘best wel bekende rockband’, in vredesnaam in een afgelegen winkelcentrum op het industrieterrein van een doorsnee Oostenrijkse stad?” blurt ik eruit.
“Euh, nou, onze tourbus staat verderop. Die moet helaas even gerepareerd worden. Dus we dachten dat we hier in het winkelcentrum dan ook wel even wat promotie konden doen. Iedereen doet echt keihard zijn best, hè. Oh, en ik ben Karli. Hoi.” Hij geeft me een hand. De aloude marketingtruc: amicaal doen, afstand verkleinen, kort contact maken.
“En wat speel jij, Karli?”
“Ik ben de bassist!” grijnst hij trots. “Toen ik nog jong was, 16 of zo, was ik vanwege de basgitaar al fan van White Snake en Deep Purple. Nu nog steeds trouwens.” Mooi verhaal.
“Hoe oud ben je nu dan?”
“24”
Ik grinnik. Arm jonkie. Sta je daar je doorgewinterde marketing-riedeltje te houden tegen een ‘oude’ vrouw.
“And you’re from…?” vraagt hij.
“I’m Dutch.”
“Aha! Jupiler bier!!” Nou, nee. Da’s Belgisch, jongske.
“We play at Werchter soon!” Eh, da’s óók Belgisch, knul. Maakt niet uit. Allemaal één pot nat.
Doorgesnoven gekken
Karli laat me wat muziek horen op zijn iPhone. Gewoon keihard, midden in het winkelcentrum, naast de verkoopstand van de lokale kabelmaatschappij. Gaaf. No shame. Prima rockmuziek, moet ik toegeven. Klinkt heel oké. En hard ook. Vooral hard.
De mensen blijven staan. Je ziet ze denken: ‘Wat moet dat… Weer twee van die doorgesnoven gekken die zo nodig satansmuziek moeten luisteren, daar waar het niet hoort’.

bron: eigen foto LB (NB: die vinger omhoog doet hij niet voor niks: dat is hét teken van de band en betekent: “Illumenium to the top”)
Karli ratelt voort: “We spelen binnenkort op Nova Rock, dat ken je wel, hè?”
Ja, dat ken ik wel: zo’n beetje het grootste rockfestival hier in Oostenrijk. Ik snap nog steeds niet waarom de bandleden, als ze zó goed zijn, zelf hun CD’s aan het publiek moeten slijten op plekken als deze, maar ik vind ‘m best moedig. Dus besluit ik goedertierend een exemplaar te kopen. Maar dan wel de meer ‘melodieuze’ van de twee die hij bij zich heeft: het al wat oudere album ‘Jackal’. De gelijknamig song is ook geweldig.
“Kostda?”
“Wat je ervoor wilt geven. De meeste mensen geven een tientje of vijftien euro.”
Nou, goed dan. Hardrockende straatverkopers moeten ook ergens van leven, tenslotte. Ik beloof hem dat ik een blogje aan Illumenium zal spenderen. We maken een selfie (uiteraard) en ik krijg een huge smile en nog eens twee keer een hand van hem. Hij zwaait me zelfs na. Aardige mensen, die hardrockers.
Illumenium = Defrage
Eenmaal thuis ga ik natuurlijk meteen googelen. Ik dacht – toegegeven – aanvankelijk dat de knul me iets op de mouw speldde. Dat hij een stapeltje van ‘iets’ gevonden had en dat nu voor een paar euro probeerde te slijten. Maar Illumenium bestaat dus echt. De band is in 2014 opgericht door de ex-leden van de band Defrage (‘Def and the Rage’). Ze ontkennen dat ook absoluut niet: zoals ze zelf op Facebook postten: “ILLUMENIUM is def and the rage and def and the rage is ILLUMENIUM. It’s the same band and the same spirit.”
Maar ook: the same songs en the same core members, namelijk Kari “Infinity” Kärner (of Lindemann? Lead vocal, met blijkbaar meerdere achternamen), Andre Kaldas (vocal, te weten: ‘scream & growl’), Grigori Rõžuk (solo guitar) en Kevin Presmann (drums). Alleen heeft het geheel nu dus een andere, wat meer ‘verlichte’ naam.
De bassisten verslijten ze echter nog steeds als vanouds, alsof het tissues na de self-service zijn. Ik heb tijdens mijn googelarij al een hoop bassistennamen gezien: Alo Puusepp (die ook de nogal louche manager van het geheel schijnt te zijn geweest; inmiddels is dat drummer Presmann), Romy Leis (speelt nu ‘rhythm guitar’), Rob Jürvetson, en ‘mijn’ Karli Raaga , die ineens toch weer een heel andere Karli blijkt te zijn? Ik denk dat mijn Karli (op deze foto geheel rechts) (denk ik) een wegens goeie kop vooral voor de verkoop ingehuurde reserve-bassist is. Soit. Goeie kop is altijd fijn.
(op exact op 3’00” zie je hem helemaal rechts in beeld)
Self-made guys
‘Karli’ vertelt enthousiast hoe ze werkelijk álles zelf doen: ze hebben géén label, géén producent, géén tour manager. Echte self-made guys dus. Ze hebben ook geen thuisbasis (meer), dus zijn ze continu on tour (in hun kapotte busje). Hoofdzakelijk in Oostenrijk en Duitsland. En ze doen dus ook aan self-made marketing. Met de harde hand, indien nodig, zo blijkt als ik nog nét even verder google.
Illumenium is in Oostenrijk inmiddels meer dan berucht door hun ‘agressieve marketingacties’. Ze zijn al meerdere keren met de politie in aanraking gekomen, toen deze hen met wat meer krachtinzet uit winkelcentra wilde verwijderen. Hun verkooptactiek is blijkbaar ook altijd hetzelfde [link = Duits]: “Do you speak English?” is dé standaard vraag. Prima openingsvraag, als je het mij vraagt, want bijna iedereen spreekt wel enig Engels, en dan ga je niet vol trots “Nee, totáál niet” zeggen. En agressief is het zeker ook niet. Maar met de politie op de vuist gaan en “Nur ein toter Polizist ist ein guter Polizist“ roepen [link = Duits], is niet zo netjes, jongens. Maar goed, toen waren ze nog ‘Defrage’ [link = Duits]; nú is natuurlijk alles anders.
Heel kortstondig heb ik na al dat gegoogel een lichte indruk dat ik er weer eens ingetuind ben, want in 2015 strooiden ze de CD’s nog helemaal gratis in het rond [link = Duits]. Maar wat zal het. Ik heb een ‘uniek’ album van een letterlijk keiharde rockband, uit de handen van hun coole (reserve)bassist (of stagiair?). Jeuj! De muziek is tof, klinkt meer dan lekker, en in ieder geval doen deze mannen erg hun best om nog een beetje geld bij elkaar te sjacheren. Ik wil ze dan ook best een keer live zien. En… als jullie écht even jullie best doen, mogen jullie misschien volgend jaar wel deelnemen aan het songfestival! Wie weet.
Wat mij betreft: Succes met rammen, kerels! Op de gitaar, welteverstaan. Niet mét.
Oh, en als algeheel religie-afkerige vind ik deze song (eveneens oorspronkelijk van Defrage, ja ja) best interessant:
(Opmerkelijk: deze video is bij de Estlandse MTV Music Awards 2009 zelfs verkozen tot Best Music Video)
Joh, dus dat werkt gewoon, cdtjes verkopen op de markt! Naah, in Nederland word je vast straal genegeerd…:)