Je was altijd al wel leuk. Leuk genoeg om in te investeren en een verbinding mee aan te gaan. We hadden het goed en brachten veel tijd samen door. Ik kon je vertrouwen en wist instinctief dat je me niet in de steek zou laten, zoals je voorganger had gedaan. Maar om nou te zeggen dat je de liefde van mijn leven was? Ik vond dat altijd zo overdreven. “Geen hand vol maar een land vol,” zei mijn oma altijd. En ik dacht er eigenlijk ook zo over.
Tot de dag van het ongeluk, pas toen realiseerde ik me wat een belangrijke rol je in mijn leven speelt en dat ik je eigenlijk niet kan missen. Je letsel leek wel te kunnen herstellen, maar het had tijd nodig. En geduld is niet mijn sterke kant. Al gauw was er dus een vervanger en hij speelde zijn rol prima.
Maar toch… alles leek met horten en stoten te gaan. Met jou was alles net wat makkelijker, soepeler. We waren gewoon perfect op elkaar ingespeeld. Ik dacht erover om de vervanger weer aan de kant te zetten, maar wat moest ik helemaal zonder? Ik besloot te wachten, door te zetten en te hopen op die klik. Maar alhoewel er wel gewenning optrad en de ergernissen van de beginfase iets minder werden, kwam die klik niet…langzaam drong het tot me door…
Ik miste je!
En toen kwam het verlossende telefoontje. Je was weer helemaal hersteld. Met gierende banden reed ik naar je toe en toen ik ik je zag staan, verdween je vervanger compleet uit mijn gedachten. Ik heb niet eens meer omgekeken. Nooit meer zal ik de fout maken om te denken dat jullie allemaal hetzelfde zijn. Want, beste auto… jíj bent de liefde van mijn leven (op vier wielen).