Dinsdag
Ik fiets weer! Elke dag op en neer naar mijn werk en dat is toch zo’n 18 km in totaal. Het voelt goed om weer wat op te pakken op bewegingsgebied en ik hoop dat ik er wat meer energie door krijg. Vandaag ben ik echter weer een keer met het openbaar vervoer gegaan, want ik moet vanavond werken. Mijn eerste avondsessie met omwonenden sinds de operatie en ik zie er behoorlijk tegenop. Normaal draaide ik mijn hand niet om voor lange dagen, maar nu ik nog steeds niet fulltime werk, is dit een zware dobber. Ik had gewoon kunnen zeggen dat ik dit nog niet trek. Dat hád inderdaad gekund…
We eten met het hele team voordat onze gasten er zijn. Ik bestel een carpaccio wegens ‘risicoloos’, maar maak de fout twee frietjes te proberen van een collega. Al tijdens de opening van de bijeenkomst voel ik de krampen in mijn buik en moet ik de neiging onderdrukken om mijn broek open te gooien. Met aanvallen die lijken op weeën en stiekem puffend kom ik de avond door, maar ’s nachts gaat het natuurlijk weer mis. Ik breng de nacht door in de badkamer. De dag erna moet ik me, voor het eerst sinds het werk weer is begonnen, afmelden en ik baal er intens van. Ik breng de dag slapend en hangend op de bank door. De energie is er compleet uit. Mijn organen zoeken blijkbaar een nieuwe plek in mijn buik en daar kun je ziek van worden. Of waren het toch de frietjes? Wat het ook was, het voelt beroerd!
***
Vrijdag
NOK-sessie nummer tig. Een hernieuwde kennismaking met de groep! Wow wat ziet iedereen er stralend uit. Sommigen gewoon tien jaar jonger. Wat een transformaties. Als opgewonden pubers omhelzen we elkaar en bewonderen we onze nieuwe lichamen.
We starten de dag met een tabata-training in de sportzaal. Dit zijn korte en bijzonder hevige oefeningen die twintig seconden duren met steeds tien seconden rust ertussen. Ik doe niet mee en time de boel. Mijn lichaam is nog steeds niet voldoende hersteld en ik voel me te slap. Het is prachtig om te zien hoe de meesten zich al soepel bewegen. Een van ons is al zo slank en strak dat het nauwelijks te geloven is. Die sport ook al zes uur per week. Knap. Ik word al moe als ik eraan denk. Ik maak wat grappige foto’s en filmpjes voor in de groepsapp. Dan kunnen de dames zelf ook terugzien hoe fanatiek ze staan te springen.
Bij de tweede serie gesprekken schuiven we weer aan bij de psycholoog. We hebben haar al een hele tijd niet gezien, dus er gaat veel tijd zitten in het delen van onze operatieverhalen. Weer valt het me op dat iedereen het op een andere manier ervaren heeft. Als het mijn beurt is, vertel ik dat het me te groot wordt allemaal. Dat het niet zo goed met me gaat en ik verschrikkelijk onzeker ben of ik het allemaal wel goed doe. Waar ik me normaal in de groep wat op de achtergrond houd qua vertellen, barst nu alles eruit. Het voelt vervelend dat ik zoveel ruimte inneem, maar ik heb dit intens nodig. Ik spreek met de psycholoog af dat ze me belt voor een extra sessie met haar alleen.
Het uur erna echter valt alles bij de diëtist ineens op zijn plek. Ik kán niks fout doen. Het effect van de operatie is nu zo groot, daar kan ik zelf helemaal niets aan verpesten. Het eerste half jaar wordt 80% bepaald door de operatie en slechts 20% doet de leefstijlverandering. Mijn taak is om in dit half jaar op te klimmen naar een gezond eet- en beweegpatroon zodat ik er, als ik 80% zelf moet gaat doen, klaar voor ben. Het hoeft niet nu en het hoeft allemaal nog niet perfect. Te weinig eten kan niet. Teveel zelfs niet. Ik ben nog maar 10 weken postoperatief, ik hóef helemaal nog niet alles op een rijtje te hebben. En ik kan me wel blijven wegen en meten, maar op dat wat de weegschaal zegt en het meetlint aangeeft, heb ik zelf geen invloed (tenzij ik natuurlijk elke dag bij de snackbar zit). Ik ben goed bezig. Ik ben gewoon hartstikke goed bezig! Voor het eerst sinds tijden voel ik me lichter en heb ik vertrouwen in mezelf en mijn lichaam.
***
Dinsdag
Ik heb telefonisch een gesprek met de psycholoog. Ik vertel haar over de sessie met de diëtist en dat ik heb besloten om het mezelf te gunnen dat ik zo nu en dan wankel. Dat janken er bij hoort en fouten maken ook en dat ik eerst ga proberen om zelf weer wat rust te vinden, zonder de gesprekken met haar. Dat vindt ze prima. Er gebeurt zoveel in mijn lijf, het is normaal dat ik moe ben, pijn heb en dat het soms niet lekker gaat. Ik omarm het maar, in plaats van het weg te duwen. Mijn lijf moet alle zeilen bijzetten om de veranderingen en het supersnelle afvallen te kunnen bijbenen.
Het bewijs hiervan houd ik ’s avonds in mijn handen wanneer ik mijn haar borstel. Dikke plukken haar vallen op de badkamervloer.
Oh ja, haaruitval. Dat hoort er ook bij…
Wat hieraan vooraf ging: Mijn maat is vol (32) – Een interessant feestje
dikke knuffel