Ik prop mijn rolkoffertje, beautycase, computertas 1 (met computer), computertas 2 (met laadkabels, harde schijven en powerbanks), tas met cadeautjes en wasmand met laarzen en schoenen in de auto. Koeltas met vreetspul op de bijrijdersstoel, navigatie aan, en gáán.
Volle blaas
Weer eens op weg naar Nederland, even krap 1000 kilometers vreten. Ik houd er van. Dit zijn mijn gedwongen ‘vrije dagen’; dagen waarop ik niets anders kan doen dan wat ik het liefste doe: autorijden, muziek luisteren (inclusief hard meezingen), en mijmeren. Alle ideeën die opborrelen klets ik in de voicerecorder, en verder geniet ik van mijn zoevende bolide (en vervloek de inhalende vrachtauto’s. Ik kan niet anders). De enige onderbreking in deze muzikale mijmerritten: een volle blaas.
Héét!!
Ik rijd de parkeerplaats op. Nog voor ik goed en wel uitgestapt ben, ruik ik het. De misselijkmakende geur van verkoolde remmen en gloeiend rubber. Is dat van míjn auto? Dat kan toch niet? Ik heb ‘m net twee weken geleden helemaal laten checken! De auto naast mij ziet er echter zó nieuw uit dat ik haast niet anders kan dan mijn eigen auto verdenken. Ik voel de velgen. Links voor: aangenaam warm. Links achter: niet aan te raken, zo heet. Ik zie ineens ook een beetje rook opstijgen en kijk met de zaklamp van mijn mobieltje in de velg. Daar gloeit het hier en daar een beetje aan de rand. Het binnenste van de remschijf is blauwig. Ter vergelijking voel ik rechts ook nog even. Normaal. Terug naar links achter. Auw. Héét!! Loeiheet. Mijn vakkundige diagnose: de rem zit vast. Niet goed. Helemáál niet goed.
Even afkoelen
Ik besluit het geheel af te laten koelen en te kijken hoe het dan gaat c.q. rijdt. In de tussentijd zoek ik wanhopig naar Mercedes-garages in de buurt, maar Google weet niks. Ja, op 173 kilometer afstand. Dan maar naar het volgende tankstation. Enigszins bekoeld start ik mijn bolide en rijd langzaam de parkeerplaats af. Het rammelt en kraakt zó erg dat ik nog op de oprit besluit achterwaarts terug te rijden naar de parkeerplaats (een meter of 50). Spookrijden in z’n achteruit. Moet je ook eens gedaan hebben. Not.
Toch was het de beste beslissing. Ook volgens de man van de ADAC (Duitse ANWB), die mijn wagen even later bovenop zijn wagen takelde. Gezellig. Daar ga je dan, terug in de richting waar je vandaan kwam. 250 km van thuis en 700 km van het andere thuis.
Oog van de naald
Alle Mercedesgarages in de wijde omtrek zijn ‘vol’ en wijzen de reparatie van mijn kar af. ‘Deze week niet meer, sorry.’ Dus brengt de afsleepmeneer mij maar naar z’n eigen ADAC-partnergarage, aan de rand van een gat dat Iggensbach heet.
De diagnose aldaar: een losse schroef in de remklauw. Daardoor is de klauw gekanteld, de rem vast komen te zitten en heb ik ‘m zo compleet naar de filistijnen gereden. “U bent door het oog van de naald gekropen, weet u dat wel? Die rem zat al zó vast en die schroef zó los, dat a) de remschijf finaal af had kunnen breken en b) de schroef en de klauw een wielblokkade hadden kunnen veroorzaken. Met 160km/h was u dan mogelijke een mooi stukje gevlogen.”
Slik…
Waarom zei hij niets?
Ik snap het niet. Wáárom meldde mijn auto niks? Ik krijg al een alarmerende melding op ’t display als de ene band wat zachter is dan de andere. Waarom zegt hij dan nu niets, nu een van de remmen volledig aan gort blijkt te zijn? Mijn vertrouwen in (mijn) Mercedes keldert met de minuut.
Enfin. Nieuwe remschijven, nieuwe remblokken én nieuwe remklauwen (want dat alles gaat dus altijd paarwijze), inclusief de hele kabelprut en vloeistoffen. Dat is wat er nodig blijkt om überhaupt verder te kunnen rijden. Kosten: 1.400 euro.
“En nee, dat lukt zeker niet vandaag. Hopelijk morgen. Maar het goede nieuws: in het dorp is een hotel.”
Hoe fijn, dát geeft hoop. Een gedwongen minivakantie in een ingeslapen gehucht im Bayrischen Wald.
HALLO, IGGENSBACH!
— wordt vervolgd —

bron: eigen foto (LB)
Een keer gedwongen rust is ook niet verkeerd en zo zie je nog eens iets!
Jah! En Iggensbach was een ervaring die ik niet zou willen missen 😀