“Je kunt het beste je haar opsteken, anders word je niet serieus genomen als dagvoorzitter. Dan willen alle mannen in je krullen kruipen.” Ze sprak de zin gedecideerd uit, terwijl ze de foto weer aan me teruggaf. Deze wat oudere vrouw die al jaren op tv had gepresenteerd en nu presentatietrainingen gaf, wist het zeker: mannen denken nu eenmaal maar aan één ding. En mooie krullen leiden af van de boodschap. Ze gaf de presentatietraining samen met een collega, ook een vrouw, die een sprekersbureau was gestart voor vrouwelijke sprekers.
Dus daar sta ik nu, stijfjes op de foto, als een personage waarin ik me totaal niet herken. Ik vind de foto saai en wat braaf. Als een secretaresse. Misschien vinden anderen dat ook. In de drie jaar dat ik bij het sprekersbureau sta ingeschreven, ben ik welgeteld één keer gevraagd om een conferentie te leiden.
Overigens, dat moet gezegd, ging het toen om een fantastische opdracht. In Zuid-Afrika. De man die me vroeg, zei dat hij bewust op zoek was naar een vrouwelijke dagvoorzitter. “Die willen tenminste niet zelf het hoogste woord voeren. Mannen willen altijd laten zien wat ze in huis hebben.” Ik liet op die foto inderdaad niet zien wat ik, qua haar dan, in huis had. Maar hij zei dat hij op mijn kwaliteiten was afgekomen en mijn Afrika-specialisme. Die info stond namelijk ook bij die secretaressefoto.
Het zal wel, dacht ik. Ik mocht naar het Krugerpark en daar wilde ik best een bescheiden vrouw voor zijn, die de aandacht niet zo naar zich toe trok. Ondertussen kon ik bescheiden olifanten spotten aan de rand van ons resort en reed ik na de conferentie bescheiden met een jeep tussen de leeuwen. Mijn haren hield ik die hele week, op advies beider dames van het sprekersbureau, netjes opgestoken. ’s Avonds zat ik met de – overwegend mannelijke – deelnemers aan de conferentie van de Verenigde Naties, Interpol, de Europese Unie en Zuid-Afrikaanse wildparken in mijn nette jurk en met een knotje aan de braai en het bier terwijl zij allemaal steeds beschonkener werden in hun shorts met slippers. Maar goed dat ik mijn haar vast had, nu bleef alles beperkt tot grove grappen, maar wie weet welke excessen er anders hadden plaatsgevonden.
In de twee jaar die volgden, gebeurde er weinig met mijn inschrijving bij het bureau. Nu moet je na zo’n opdracht natuurlijk ook niet klagen, dus dat deed ik ook niet. Het was fantastisch.
Dezelfde man kwam laatst weer, het sprekersbureau omzeilend, bij me terug. Het project waarvoor ik naar Kruger mocht was in een verdere fase. Of ik over hetzelfde onderwerp voor een vriendenprijsje nog een keer een avond wilde leiden, maar dan in Nederland. In gedachten hoorde ik de stem van de dame van het sprekersbureau: “Je moet alles via mij laten lopen, want ik kan goed voor je onderhandelen. Dat vinden veel vrouwen moeilijk.”
Maar ik dacht: nee, dat doe ik deze keer niet. Deze keer ga ik lekker die man een vriendendienst bewijzen. Terwijl ik naar de avond toe fietste, trok ik bovendien mijn knotje los. Prins Claus revisited. Fuck it, dacht ik. Dan krijgen de mannen daar maar andere gedachten. Hebben die arme zielen ook eens een verzetje.
Ik stond er voor een schijntje, met losse haren en een bloemenbroek. Ik voelde me super. De volgende dag stuurde ik een nieuwe foto naar het Sprekersbureau. Dit keer met een grote bos krullend haar. Of het zoden aan de dijk zet en tot nieuwe opdrachten leidt, weet ik niet. Maar ik ben in ieder geval mezelf op die foto.

bron: pixabay.com