De Consumentenbond heeft onderzoek gedaan naar de thuiszorg en doet schokkende conclusies. Niet alleen is de zorg onder de maat, maar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) doet er niets aan. Dat eerste begrijp ik, want als je zaken aan de markt overlaat dan is er altijd het risico dat winst voor kwaliteit gaat. Wat overigens niet meteen wil zeggen dat elke ondernemer er zo in staat, maar vaak draait het daar wel op uit. Het tweede begrijp ik totaal niet. Handhaving; zo moeilijk is het niet.
Toen ik bij de Gemeente Amsterdam werkte, heb ik een tijdje de registratie gedaan van de correspondentie van de afdeling Kinderopvang. Deze afdeling is verantwoordelijk voor de handhaving op dat gebied, voor zowel kinderdagverblijven als voor gastouders. De GGD doet de inspectie en de gemeente de opvolging. Sinds de zaak Robert M. een zeer heet hangijzer en daar wordt dan ook stevig op ingezet. Ik kan je vertellen dat die handhaving er niet om liegt.
De criteria zijn hard en de inspectie wordt minutieus vastgelegd in het GGD-rapport. Dat gaat veel verder dan het vier-ogen-principe (altijd 2 medewerkers tegelijk aanwezig op een groep kinderen, die zowel de kinderen als elkaar in de gaten kunnen houden). De administratie moet helemaal op orde zijn, het personeel moet brandschoon zijn. Logische eisen. Maar ook de locatie moet aan keiharde voorwaarden voldoen; er wordt zo’n beetje gemeten tot op de vierkante centimeter of de verschillende ruimtes voor de verschillende doeleinden geschikt zijn. Kinderen moeten in principe in dezelfde groep blijven, gedoe met roosters van medewerkers mag geen enkele invloed hebben op de kinderen, enzovoort. Zoals ik al zei, de criteria zijn hard.
Wijk je als kinderdagverblijf of gastouder ook maar een millimeter af dan krijg je een waarschuwing. Je mag natuurlijk je zegje wel doen, maar ik heb nooit gezien dat daar iets uitkwam. Want criteria (en Robert M.; dat mag nooit meer gebeuren). Daarna volgt een nieuwe inspectie door de GGD, die weer met een rapport komt. Geen verbetering? Dan krijg je een boete. Uiteindelijk wordt de vergunning van zo’n instelling of de gastouder ingetrokken.
Dat is best heftig en kost ook wel wat, zowel qua geld, mankracht als de emoties bij ondernemers en medewerkers. Maar iedereen begrijpt dat het om het welzijn van onze kinderen gaat.
Het welzijn van onze ouderen staat ook al een tijdje op de kaart, mede dankzij Hugo Borst. Maar dat gaat vooral over de mensen die in een tehuis zitten, wat ook heel terecht is natuurlijk. Dus dan wordt het nu wel tijd om aandacht te besteden aan de mensen die nog thuis wonen en afhankelijk zijn van hulp. Die wordt geleverd door bedrijven. Of niet geleverd dus, of onvoldoende. Dat de inspectie daar helemaal niets aan doet is een grote schande. Zo moeilijk is het echt niet, zoals de Gemeente Amsterdam laat zien. Maar de slappe hap van de IGJ is om te janken; “verscherpt toezicht” betekent dat er iets meer risico is op een onverwachte inspectie. Als er dan geen verbetering is, volgt een “aanwijzing”. Hè? Die aanwijzing zou al in het eerste rapport moeten zitten en een dwingend karakter hebben. Heb je die niet opgevolgd dan dient er een sanctie te volgen, met als uiteindelijke consequentie het verlies van je vergunning. Dat lijkt me echt niet overdreven. Of moeten er eerst weer doden vallen?